Symposium Groningen: „Zorg voor enthousiasme rond het orgel”
„Ieder orgel verdient aandacht. Zorg als organist voor enthousiaste mensen om het instrument heen.” Dat zei prof. dr. Hans Fidom dinsdag op het symposium ”De wereld in” in de Groninger Martinikerk.
Het symposium, georganiseerd door de Stichting Klinkend Erfgoed Nederland (SKEN) en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), werd bijgewoond door zo’n vijftig mensen. Het symposium is onderdeel van de Groninger Orgelzomer en de start van het 10-daagse Schnitger Festival.
Centraal tijdens het symposium staat de vraag hoe het orgel van waarde blijft of wordt voor de nieuwe generatie. Orgeldocenten, organisten, „creatief leiders” en belangstellenden staan stil bij de relevantie van het orgel.
Fidom, hoogleraar orgelkunde in Amsterdam, benadrukt de waarde van het orgel. Niet alleen de kerk, maar ook de wereld heeft er recht op. Hij schetst de geschiedenis van het orgel. Het instrument speelt een belangrijke rol vanaf de derde eeuw voor Christus. In de achtste eeuw heeft Pepijn de Korte, vader van Karel de Grote, al een orgel en daarmee komt het instrument in West-Europa. Pas rond 1300 komen de orgels in kerken terecht. Zo bekeken is het niet vreemd om het orgel ook een plek buiten de kerk te geven, stelt Fidom.
Ieder orgel verdient aandacht, aldus de hoogleraar. „Zorg daarom als organist voor een groep enthousiaste mensen om het instrument heen. Het orgel heeft de beperking dat het op één plek staat, maar maak die plek dan goed toegankelijk.”
Connectie
Tine Stolte, docent en onderzoeker aan het Prins Claus Conservatorium te Groningen, spreekt over de verbinding die studenten maken met de inwoners van het Groningse Losdorp. Bij mensen thuis, geïnspireerd door hun verhaal, wordt muziek gecomponeerd en uitgevoerd. Die muziek is persoonlijk en is de verbinding tussen muzikant en hoorder.
Ook Jolanda Tuma, dorpskerkambassadeur voor Noord-Nederland bij de dorpskerkenbeweging van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), roept op tot het maken van verbinding. „De vanzelfsprekendheid van de aanwezigheid van de kerk is weg. Dat je op zondagmorgen gewekt worden door klokgelui en het geluid van het orgel is verdwenen. Boor oude bronnen opnieuw aan. Niet het koesteren van de as, maar het doorgeven van het vuur is onze opdracht.”
Aan het einde van het morgenprogramma verplaatst het gezelschap zich naar het koor van de Martinikerk. Jacob Lekkerkerker, componist en organist van de Oude Kerk in Amsterdam, laat met een viertal andere muzikanten de aanwezigen kennismaken met ”Cathedral Mobile”, een compositie voor orgel, altviool, elektrische gitaar en basklarinet. De deelnemers aan het symposium vinden hun plek, zittend op de trap of liggend op een van de grafzerken die voor de gelegenheid zijn voorzien van een matje en een fleecedeken.
Orgelkids
Lydia Vroegindeweij, oprichter en directeur van Orgelkids, laat zien hoe het Doe-orgel functioneert om de brug te slaan tussen kinderen en het orgel. „Het gaat niet om het bezit van het orgel, maar om een plan voor succesvolle ontmoetingen”, zo stelt zij. „Maak jongeren enthousiast door de combinatie van hun nieuwsgierigheid, belangstelling voor techniek en het ontdekken van nieuwe dingen. Zo blijft het orgel in de belangstelling staan.”
Twee studenten van het conservatorium in Groningen, Johan Smit en Lukas Jan Schoonbeek, laten het Doe-orgel horen. Ze sluiten het symposium af met een orgelbewerking uit Bachs cantate ”Jesu bleibet meine Freude”, BWV 147.
Johan Luijmes, artistiek leider van het Orgelpark in Amsterdam en organist van de Eusebiuskerk in Arnhem, laat de aanwezigen meedenken over de juiste volgorde van muziekstukken. Hij trekt de vergelijking tussen koken en een goed orgelprogramma samenstellen. Bij beide activiteiten komt het aan op precisie.
Jan Bril, professional in zaalakoestiek, neemt de zaal mee in de wereld van de akoestiek, zijn onderzoek ernaar en de uitkomsten daarvan.
Evert Bisschop Boele is bijzonder hoogleraar cultuurparticipatie aan de Erasmus Universiteit van Rotterdam. Hij vertelt de aanwezigen over het vraag-en-aanboddenken bij muziek en roept op tot een dialogische benadering van de orgelkunst.
Jacob Lekkerkerker beschrijft zijn werk als artistiek leider van de muziek in de Oude Kerk te Amsterdam. Het gaat volgens hem vooral om de context. Een orgelconcert geven, ’s morgens om halfacht in een rood ingepakte Oude Kerk, geeft een heel bijzondere dimensie, zo stelt hij.
Het symposium vindt plaats in een schitterende kerk. De deelnemers zien praktisch de hele dag het beroemde orgel van Schnitger. Het orgel komt nauwelijks tot klinken, enkel bij een kort muzikaal intermezzo waarbij dans en orgel gecombineerd worden.