Ook geweldplegers soms eerder uit cel
In bepaalde situaties kunnen binnenkort ook plegers van geweld vervroegd uit de gevangenis worden ontslagen. Tot nu toe gold de mogelijkheid van vervroegde invrijheidstelling niet voor deze categorie criminelen. Het cellengebrek noopt Justitie echter tot wijziging van de regels.
Dat blijkt uit een brief die de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) van het ministerie van Justitie geschreven heeft aan alle gevangenisdirecteuren. In de brief gaat de dienst in op de zogeheten IVO-regeling: incidenteel versnel ontslag van gevangenen. Voor deze regeling komen gedetineerden in aanmerking die bijna aan het einde van hun straf zijn en twee keer, zonder incidenten en onbegeleid, op proefverlof zijn geweest. Plegers van geweldsdelicten kwamen tot nu toe niet in aanmerking voor deze regeling.
Justitie wil dit veranderen vanwege het nijpende cellentekort in Nederland en om te voorkomen dat verdachten die in voorarrest zitten, op vrije voeten komen. Kennelijk vindt Justitie deze groep belangrijker dan veroordeelden van geweldsmisdrijven die het grootste deel van hun straf erop hebben zitten.
Geweldplegers die voldoen aan de voorwaarden, komen niet automatisch op vrije voeten. In elke situatie wordt afzonderlijk gekeken of vervroegde invrijheidstelling wenselijk en mogelijk is. Tevens moet het OM met het vroeger vrijlaten van de geweldpleger instemmen.
Als geweldplegers niet door de toetsing van de IVO-regeling komen, biedt justitie vanaf nu ook een mogelijkheid ze onder elektronisch toezicht naar huis te sturen.
Het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatie Centrum (WODC) becijferde nog geen jaar geleden dat het tekort aan gevangeniscellen het komende jaar zou verdrievoudigen. Plannen voor meer personen op één cel en andere vormen van detentie waren al in die berekeningen verwerkt.
De forse stijging komt onder meer door de strengere aanpak van drugssmokkel op Schiphol, door steeds meer mensen die in hechtenis worden genomen omdat ze hun boete niet betalen en de toename van het aantal boetes. Verder blijken taakstraffen vaker te mislukken.
Uit de brief van de Dienst Justitiële Inrichtingen blijkt verder dat de uitvoering van de IVO-regeling niet altijd goed verloopt. Daarom heeft deze dienst enige tijd geleden een werkgroep gevormd die de uitvoering van de IVO-procedure moet verbeteren.
De gevangenisdirecteuren krijgen in de brief te verstaan dat ze een einde moeten maken aan het toewijzen van versneld ontslag aan gevangenen die nog een andere gevangenisstraf moeten uitzitten. Tevens moet de eveneens „gegroeide praktijk” van het vrijlaten van gedetineerden die hun crimineel verdiende geld nog niet aan justitie hebben afgedragen, „onmiddellijk worden beëindigd.” Als criminelen weigeren terug te betalen, moeten ze achter de tralies blijven.