Hogere strafeis tegen slapende mariniers Irak
Het openbaar ministerie heeft woensdag voor de militaire kamer van het gerechtshof in Arnhem twee maanden voorwaardelijke militaire detentie en een werkstraf van 180 uur geëist tegen twee Nederlandse mariniers.
Het duo was vorig jaar tijdens hun wacht in Irak in slaap gevallen.
De twee mariniers, de 20-jarige M. F. en de 20-jarige J. B., waren op 1 maart door de militaire kamer van de rechtbank in Arnhem veroordeeld tot twee weken voorwaardelijke detentie en een werkstraf van 60 uur.
Zowel het OM als de beide mariniers gingen in beroep. De mariniers zeiden gisteren dat ze in beroep zijn gegaan omdat ze bestrijden dat ze zich opzettelijk aan hun plicht hebben onttrokken. Ze zijn wel in slaap gevallen, maar dat kwam door de extreme hitte en oververmoeidheid, stelden ze. Het OM ging in beroep, aangezien het de opgelegde straf te laag vindt. Volgens de militaire aanklager J. Wiarda is het Iraakse wachtdelict te ernstig om te kunnen afdoen met een „vrijblijvend strafje.”
Volgens de mariniers en hun advocaat S. Springer waren de omstandigheden heel zwaar. Tien mariniers waren wegens oververmoeidheidsverschijnselen opgenomen in de ziekenboeg. Daardoor moesten de overige mariniers ’s nachts langer wachtlopen bij temperaturen van 35 tot 40 graden.