Peter Sneep: Muziek vraagt om mysterie
Zijn composities passen het best in een rooms-katholiek kerkgebouw, zegt Peter Sneep. „Ik ben een ontzettend gevoelsmens. Zo’n kerk heeft iets mysterieus. Daar moet muziek klinken.” Toch is hij al dertig jaar met hart en ziel als organist verbonden aan de vrijgemaakt-gereformeerde kerk De Kandelaar van Amersfoort. „Ik ben elke week weer blij als het zondag is.”
Hij wijst in De Kandelaar in de vierkante kerkzaal om zich heen. „Deze ruimte is alleen maar functioneel. Een neogotische kerk is op zichzelf al een kunstwerk; dat verheft je. Doordat zo’n gebouw een kruisvorm heeft, een middenschip met zijbeuken en een dwarsschip, kun je om een hoekje kijken. Dat geeft zo’n ruimte iets mysterieus. Als je daar loopt, voel je: dit is een plek waar muziek kan klinken.”
Hoewel hij in De Kandelaar al dertig jaar een „fantastische tijd” heeft en hij nog iedere week van het Leeflangorgel uit 1991 geniet, vindt Sneep (56) het prachtig dat de jubileum-cd waarop een aantal van zijn composities tot klinken komt (zie: ”Composities op cd”), is opgenomen in de rooms-katholieke Lambertuskerk in Rotterdam. „Zo’n koor op de orgelzolder, rond het Maarschalkerweerdorgel met z’n romantische klank: dan ervaar je een eenheid tussen kerk en muziek.”
Even verguld is hij met de cd die als extra aan het album wordt toegevoegd. Daarop improviseert organist Gerben Mourik op thema’s van Sneep, opnieuw in een rooms-katholieke kerk: de Sint-Josephkerk in Haarlem, met het romantische Ademaorgel. „Als ik Gerben hoor improviseren, op een contemplatieve manier, dan denk ik op veel momenten: ik zit gewoon weer bij Wim Roos in Rotterdam-Delfshaven.”
Vuur
Die naam valt met grote regelmaat tijdens het gesprek: Wim Roos. Sneep heeft nooit les van hem gehad, behalve dan op de middelbare school waar Roos docent schoolmuziek was. Maar het was toch deze organist die Sneep diepgaand heeft beïnvloed. „Hij heeft het muzikale vuur in mij ontstoken.”
Wim Roos (1942-2009), een vakorganist, bespeelde in Sneeps jeugd het Verschuerenorgel in de gereformeerde kerk vrijgemaakt van Rotterdam-Delfshaven. Sneep weet nog hoe hij als 4-jarig jochie in die kerk een „eerste bekeringsmoment” meemaakte. „Het was een onvergetelijke ervaring toen zoveel mensen tegelijk gingen zingen. Ik was diep geraakt en wist direct: dit wordt heel belangrijk voor mij. Ik ervoer het als een roeping: dat ik daarbij hoorde, in de lofzang betrokken werd.”
Het was niet het minst het orgelspel van Roos dat hem boeide. „Wim Roos, een excentrieke eigenheimer met een rijke geest, was gegrepen door de Franse laatromantiek. Hij had het altijd over de Franse organist Pierre Cochereau. In die stijl speelde hij: grillig, op het gevoel en het moment. Hij waande zich in de Notre-Dame in Parijs.”
Na de dienst bleef de kleine Peter vaak luisteren tot Roos uitgespeeld was. Eén keer bestond hij het om naar boven te gaan. Dat werd een onaangename kennismaking. „Hij keek even op, zag mij staan en zei langzaam: „Rot op.” Vervolgens speelde hij verder. Ik was helemaal overstuur. Ik heb er één ding van geleerd: dat iedereen altijd hier in De Kandelaar op het orgel mag spelen.”
Verstilling
De lompe bejegening door Roos –„hij heeft aan het eind van zijn leven z’n excuses aangeboden”– kon niet verhinderen dat Sneep geïntrigeerd bleef door diens spel. Thuis probeerde hij alles op het harmonium na te spelen.
Eigenlijk moest hij op les, maar omdat z’n zus langdurig ziek was en uiteindelijk overleed, kon dat niet. Pas op z’n 11e mocht Sneep lessen gaan volgen, bij Kees Blijdorp. „Dat werd geen succes. Ik had al zoveel zelf gespeeld.” Toen het op de havo niet zo best ging, moest Sneep van orgelles af. Zodoende staat er op z’n cv dat hij grotendeels autodidact is.
Eenmaal verhuisd naar Amersfoort, kreeg hij zo’n zes jaar improvisatie- en harmonisatielessen van Gerrit ’t Hart in de Amersfoortse Bergkerk. „Van Gerrit heb ik ontzettend veel geleerd. Elke dienst die ik begeleid denk ik aan hem.”
Hoe Sneep zijn eigen stijl typeert? „In het begin hier in De Kandelaar wilde ik nog weleens grillig spelen, experimenteel in begeleidingsvormen. Ik speel nu meer welluidend, soms braaf 19e-eeuws. Ik zoek het in voorspelen vaak in de verstilling. Maar ik pak ook flink uit bij een loflied.”
Schouwburg
Hoewel muziek van blad lezen Sneep niet makkelijk af gaat, schrijft hij wel zelf muziek. Als het gaat om het begin van die componeeractiviteiten valt weer de naam van Wim Roos. Met de Gereformeerde Scholengemeenschap Rotterdam (GSR) zat Sneep geregeld in de schouwburg op het Zuidplein. Roos schreef, als docent, de muziek voor de toneelvoorstellingen.
Toen de jeugdvereniging aan het eind van het seizoen een musical wilde maken, zei kerkgenoot Jan Willem van Dommelen –„inderdaad, de advocaat”– tegen Sneep dat hij de muziek wel kon schrijven. „Ik zei, net als Mozes, dat ik dat niet kon. Waarop Jan Willem de historische woorden sprak: „Als Wim Roos het kan, kun jij dat ook.” Vervolgens gooide Jan Willem iedere keer kleine briefjes met teksten bij ons door de deur, waarbij ik dan de muziek schreef. Dat toneelstuk, ik was 17 of 18, werd mijn eerste compositie: ”Het Eiland Cantare”.”
Onbevangen
Er zouden er vele volgen. In totaal schreef Sneep zo’n 500 „liedjes” en composities. „Rijp en groen. Ik schrijf eigenlijk altijd voor mijn plezier. Het komt pas in de openbaarheid als ik vind dat het goed genoeg is.” In de vrijgemaakte kerken in Amersfoort –Sneep speelt ook regelmatig in De Schaapskooi en in de Martuskerk– worden zijn liederen regelmatig gezongen. De soms lastige melodieën pikken de gemeenteleden snel op, zegt Sneep.
Sinds de verschijning van de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) in 2004 –„eindelijk een Bijbel in begrijpelijke taal”– schrijft Sneep vaak melodieën bij de tekst van onberijmde psalmen. Op de jubileum-cd staan er zeven.
De psalmen zijn hem dierbaar. „Ik ontmoet Christus in elke psalm; soms pas na lange tijd.” Hij pakt Psalm 101 erbij. „Ik wil zingen over trouw en recht (…). Ik handel met een zuiver hart (…).” Ten diepste is het Christus Die dat zingt.”
Psalm 84 kreeg een diepe betekenis toen Sneep die tekst las bij het sterfbed van zijn moeder. Vers 12: „Genade en glorie schenkt de HEER, zijn weldaden weigert hij niet aan wie onbevangen op weg gaan.” Ontroerd: „Dat lees je dan bij iemand die gaat sterven: onbevangen op weg gaan.”
Die woorden bleven hem bij, tijdens het spelen op zondag in de kerk en ook in z’n componeerwerk: „Ik wil onbevangen met die psalmteksten bezig zijn. Steeds weer wil ik me laten verrassen door de tekstdichter, in combinatie met het moment in de liturgie.”
Heimwee
Een hoogtepunt in de achterliggende decennia noemt Sneep een orgelreis in 1993 naar Engeland. De anglicaanse dienst in de St Pauls in Londen werd onvergetelijk. „Een waanzinnig mooie kathedraal, een topkoor, het juiste evenwicht tussen theologie en schoonheid: wat kunnen zij vieren! Teder en gespierd tegelijk. Hier in Nederland vind je het nergens zo mooi. Een dienst in de Utrechtse Domkerk of de Rotterdamse Laurenskerk komt een beetje in de buurt.”
De ervaring in Londen zette z’n leven om, zegt Sneep. „Ik werd opnieuw heel erg diep geraakt, veranderd. Sindsdien heb ik nog sterker een heimwee naar het schone.”
Composities op cd
Peter Sneep componeerde in de loop der tijd zo’n 500 stukken, waaronder liedmelodieën en koorwerken. In het Gereformeerd Kerkboek (2017) zijn vier melodieën van hem opgenomen, bij teksten van Ria Borkent en Hans Werkman en uit de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV). Tegenwoordig werkt Sneep veel samen met ds. Robert Roth (Hengelo).
Ter gelegenheid van zijn 40-jarig jubileum als kerkorganist heeft Sneep een cd laten opnemen met vocale composities van zijn hand. De werken worden uitgevoerd door het christelijk vocaal ensemble Marcantus uit Houten onder leiding van Arjen J. A. Uitbeijerse en Rien Donkersloot (orgel). Op een bijgevoegde tweede cd improviseert Gerben Mourik op het Ademaorgel in de Sint-Josephkerk in Haarlem op thema’s van Sneep.
De dubbel-cd wordt zaterdag 2 november in de Jacobikerk in Utrecht gepresenteerd tijdens het evenement ”Springlevend” van de Stichting Nieuwe Kerkmuziek.
Meer informatie: www.kerkmuziek.nu
Peter Sneep
Peter Sneep (1962) groeide op in Rotterdam-Delfshaven. Hij bezocht de Gereformeerde Scholengemeenschap Rotterdam, waarna hij naar de pabo in Zwolle ging. Van 1986 tot 2014 werkte hij als journalist bij het Nederlands Dagblad, onder andere als muziekredacteur. Van 2015 tot 2017 was hij radiopresentator bij de Reformatorische Omroep. Sneep is als organist grotendeels autodidact. Hij volgde improvisatie- en harmonisatielessen bij Gerrit ’t Hart. Vanaf 1980 was hij organist in de gereformeerde kerk vrijgemaakt (gkv) van Rotterdam-Delfshaven. Sinds 1989 is hij verbonden aan de gkv De Kandelaar in Amersfoort. Ook is hij organist van de protestantse gemeente in zijn woonplaats Leusden. In de serie PsalmenProject, waarin alle psalmen ritmisch worden gezongen, nam hij twee cd’s voor zijn rekening. Sneep is getrouwd met Petra Noordhuis; samen hebben ze twee kinderen.