Museum: Monet los zien van koektrommelkitsch
Voor het eerst in ruim dertig jaar komt er een tentoonstelling van werk van Claude Monet in Nederland: Monet, tuinen van verbeelding. Kunstmuseum Den Haag, voorheen het Gemeentemuseum, toont vanaf 12 oktober veertig werken van soms wel 3 meter doorsnee die de Fransman maakte in zijn bekende huis in Giverny. Het gaat vooral om schilderijen van waterlelies, het late werk waarom Monet (1840-1926) nu zo beroemd is dat er in 2018 bijna 700.000 bezoekers dat huis en bijbehorende tuinen binnen dromden.
De lelies zijn zo geliefd, dat ze ook volop te vinden zijn op bijvoorbeeld ijskastmagneten en koektrommels. Dat kitscherige sfeertje leidt de aandacht wel een beetje af het grote kunsthistorische belang van dit werk, vindt samenstelster Frouke van Dijke. „Monet begon op zijn tachtigste met deze schilderijen nog te experimenteren, stoer en vol lef, met kleurexplosies en met vormen tegen het abstracte aan. Vanaf eind jaren vijftig werd hij daarom steeds vaker betiteld als een soort voorloper voor Mark Rothko, Jackson Pollock en Barnett Newman.”
En dat terwijl Monets late werk eerder nog werd gezien als de productie van een man die op dood spoor zat. „Hij was wereldberoemd en steenrijk, maar werd de eerste decennia na zijn dood echt beschouwd als een kunstenaar van de 19e eeuw. Als je de recensies leest die de smaakpolitie toen schreef, zijn die nu gewoon hilarisch.”
Zes zalen worden in Den Haag met de soms kolossale werken gevuld. In een paar ruimtes passen er maar vier. „Je moet en kunt het werk van Monet, met al die kleuren, zo echt ervaren. Zoals je ook doet bij een Newman, dat kan ook niet van een plaatje.” De bruiklenen komen uit meerdere Europese landen en uit de Verenigde Staten. Het Musée Marmottan Monet in Parijs, dat vooral lelies herbergt, ruilde een aantal daarvan tijdelijk voor een stel Haagse Mondriaans.
Zelf heeft het Haagse museum drie Monets in bezit, waaronder een 2 meter breed schilderij van een blauwe regen. Dat wordt nu in het Kunstmuseum samengebracht met drie van de zeven blauwe regens die Monet ooit had bedoeld om met de waterlelies te combineren in Musée de l’Orangerie in Parijs.
Het Kunstmuseum restaureerde de eigen blauwe regen recent, met financiële hulp van het publiek. Ontdekt werd onder meer dat het deels over een schilderij van - alweer- lelies is geschilderd. Ook is definitief vastgesteld dat er glas- en metaalsplinters in zitten, die er in 1944 in belandden als gevolg van oorlogsgeweld in Giverny waarbij een glazen dak naar beneden kwam.