Korpschef: Drugsmisdaad groot door wispelturig beleid
De georganiseerde drugsmisdaad in Nederland heeft zo groot kunnen worden doordat opeenvolgende kabinetten te wispelturig zijn geweest. Daardoor heeft de politie geen goede inlichtingenrelaties kunnen opbouwen in de wijk, waardoor jonge criminelen zich aan het zicht van de politie konden onttrekken.
Dat zegt korpschef Erik Akerboom van de politie in een interview met de Volkskrant. Hij spreekt over de verharding van de criminaliteit in Nederland naar aanleiding van de moord op advocaat Derk Wiersum.
Bij zijn aanstelling drie jaar geleden moest Akerboom drieduizend man bezuinigen. Nu moet zijn organisatie met duizend man groeien. „Je moet die mensen opleiden, je moet ze inwerken, je moet ze relaties laten aangaan met de omgeving. Duizend man erbij toveren binnen een jaar, dat gaat niet”, aldus Akerboom.
De politiebaas stelt dat er een stabieler politiek beleid moet komen. „Je kunt de rechtsstaat niet overeind houden en leiden als je niet voor een constantere financiering van die rechtsstaat kiest.” Dat geldt wat hem betreft niet alleen voor de politie, maar ook voor het Openbaar Ministerie en de rechterlijke macht.
In het gesprek laat Akerboom zich ook uit over Ridouan Taghi. Die wordt ervan verdacht achter een reeks liquidaties en pogingen daartoe te zitten. Ook wordt hij gelinkt aan de moord op Wiersum, die een kroongetuige bijstond in de rechtszaak tegen Taghi. Volgens Akerboom zit de politie Taghi „op de hielen”. Hij zegt dat alles uit de kast wordt getrokken om Taghi op te sporen en dat daarbij „onconventionele methoden” niet worden geschuwd, zoal samenwerking met landen waar normaal gesproken niet mee wordt samengewerkt.