Minder geld in mansbakje van orgeldraaier
Het traditionele mansbakje van de orgeldraaier op straat blijft steeds leger. Dat komt doordat veel voorbijgangers geen contant geld meer op zak hebben. De Kring van Draaiorgelvrienden onderzoekt of draaiorgels een sensor kunnen krijgen, waar mensen hun pinpas langs kunnen halen.
De typisch Nederlandse straatorgelcultuur wordt vrijdag bijgeschreven in de Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland. Maar de exploitanten van draaiorgels hebben het moeilijk, aldus het Museum Speelklok in Utrecht. Zij hebben altijd in hun inkomen voorzien door het welbekende rammelen met het mansbakje (‘mansen’) bij hun orgel. Nu dat nog maar weinig oplevert, moet er een ander verdienmodel komen. De orgeldraaierskring wil ook een expositie laten rondreizen om donateurs te werven.
Het eerste straatorgel verscheen in 1875 in Amsterdam op straat. Draaiorgels werden enorm populair, omdat er nog geen radio’s of platenspelers waren. Bij de inschrijving vrijdagavond laat de Utrechtse orgelman Joop Budding zijn orgel „het Buikie” spelen.