Niets lijkt nu de komst van het winkeldorp aan de rand van de stad tegen te houden. Even dreigde de aanwezigheid van bijzondere vleermuizen in het beoogde gebied roet in het eten te gooien, maar onderzoek in het kader van de Flora– en faunawet leverde geen bijzonderheden op. Een week geleden verleende het ministerie van LNV de Amerikaanse initiatiefnemer van het centrum, de McMahon Development Group, een ontheffing.

In een outletcenter worden producten van gerenommeerde fabrikanten van merkartikelen te koop aangeboden tegen sterk verlaagde prijzen. Het betreft veelal producten die uit de collectie zijn of gaan of b–keus.

Behalve Roosendaal wil ook het vijftien kilometer verderop gelegen Etten–Leur een outletcentrum. Ondanks eerdere steun aan de gemeente Roosendaal kwam Etten–Leur enkele maanden geleden met een eigen plan voor een fabrieksdorp. Vanaf dat moment stonden niet alleen de projectontwikkelaars, maar ook de gemeenten lijnrecht tegenover elkaar. De partijen dachten aanvankelijk de ruzie te kunnen beslechten via de rechter en vochten het geschilpunt uit tot aan het gerechtshof in Den Bosch. Dat besliste echter dat de provincie Noord–Brabant het laatste woord had.

Het afgeven van de verklaring van geen bezwaar aan de gemeente Roosendaal wil volgens provinciewoordvoerder A. Reijnen niet zeggen dat daarmee voor Etten–Leur de strijd gestreden is. Over Etten–Leur is nog geen besluit genomen. Er zijn nog wat juridische vragen waarop een antwoord moet komen, aldus Reijnen.

Van de gemeente Roosendaal was dinsdagavond niemand voor commentaar bereikbaar. „Heel mooi voor Roosendaal", luidde dinsdagavond de reactie van burgemeester J. van Agt van Etten–Leur. Hij wacht wat zijn gemeente betreft evenwel gewoon het besluit van de provincie af.

Een aantal tegenstanders van de komst van het complex, die zich voor de gelegenheid hebben verenigd, kondigen juridische stappen aan in een poging de komst van het centrum tegen te houden. Ze vrezen onder meer dat door de bouw belangrijke dieren en planten verloren gaan.