Hogere straf na doden zoontje
Het gerechtshof in Amsterdam heeft maandag de 21-jarige J. R. uit Hoorn veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar wegens het medeplegen van doodslag op haar 1,5 jaar oude zoontje.
Daarmee ging het hof uit boven de door het openbaar ministerie geëiste vijf jaar en verdubbelde het de straf die de rechtbank in Haarlem haar had opgelegd.
R.’s 25-jarige vriend M. F., eveneens uit Hoorn, kreeg net als eerder van de rechtbank acht jaar gevangenisstraf. Tegen hem was tien jaar geëist. Het hof rekende het de moeder zwaar aan dat zij schromelijk tekort was geschoten in de zorgplicht voor haar kind. Zij haalde hem niet weg bij F., terwijl zij wist dat die hem mishandelde. R. en F. zeggen de dood van het jongetje niet te hebben veroorzaakt.
Volgens het stel lag het kind in de vroege ochtend van 19 november plotseling koud en bewusteloos in zijn bedje. Zij belden het alarmnummer, maar de reddingspoging kwam te laat. Artsen constateerden dat het letsel, waaronder een gescheurde alvleesklier, door stompen of trappen was veroorzaakt. Verder ontdekten ze vele oude blauwe plekken en breuken in beide armpjes.
F. heeft altijd gezegd de hele nacht te hebben geslapen. R. beweerde dat aanvankelijk ook, maar na verklaringen van de buren, die geluiden van een ruzie hadden gehoord, zei ze te vermoeden dat ze die nacht wel op waren geweest. Ze kon zich daarvan echter niets herinneren.
Op basis van getuigenverklaringen en medische gegevens stelde het hof vast dat het fatale geweld rond halfvier had plaatsgevonden. Wie het letsel had toegebracht, was niet te achterhalen. Omdat pas rond zes uur 1-1-2 werd gebeld, beschouwde het hof beiden echter als medepleger van de doodslag. Door 1,5 uur te wachten met het inschakelen van hulp was de mogelijkheid tot eventueel reddend ingrijpen aan het inmiddels niet meer ademende jongetje onthouden.
Sinds het stel was gaan samenwonen, had het jongetje vaak blauwe plekken. F. biechtte zijn vriendin in oktober op hem hard in zijn gezicht te hebben geslagen. Toch bleef ze bij hem wonen en liet zij haar kind zelfs bij hem achter als ze ging stappen. Volgens het hof had R. haar weerloze en volledig afhankelijke zoontje moeten beschermen in plaats van F. te steunen in zijn gedrag.
F. kreeg acht jaar omdat het hof de kans op herhaling groot acht. De man had geweigerd mee te werken aan psychiatrisch onderzoek door het Pieter Baan Centrum en liet volgens de raadsheren niet merken dat hij de strafbaarheid van zijn handelen inzag.