Deze getuigen, een stapmaat en een jeugdvriendin, hadden destijds een relatie met elkaar en vonden het rot voor de familie van het slachtoffer. De 35-jarige vrouw uit Oostvoorne werd dood gevonden in de kofferbak van haar uitgebrande auto. De auto stond in het recreatiegebied Kruininger Gors. Ook haar nabijgelegen huis was in brand gestoken.

Beide getuigen waren boos op Van M., bleek voor de rechtbank. Als eerste verscheen de vroegere stapmaat van Van M., die niet wilde komen maar daartoe verplicht werd. Hij verklaarde dat Van M. hem in 2012 had gezegd dat hij in paniek had gehandeld en dat hij een fout had gemaakt omdat hij op een ander adres moest zijn. Ook heeft Van M. tegen hem gezegd, net als tegen een andere getuige, dat het slachtoffer nog leefde toen hij de auto in brand stak.

De ‘bekentenis’ volgde op drie dagen van drank- en drugsgebruik door beide mannen. Daarna bekoelde hun band. Enkele maanden later heeft Van M. geprobeerd hem dood te schieten; ook is zijn huis platgebrand, aldus de strapvriend. Hij zei dat zijn verklaring uit 2015 klopt maar „ík heb nu geen zin meer om alles te weten”. Hij baalde dat hij in een rechtszaak is betrokken en had spijt van zijn stap naar de politie vanwege alle stress en bedreigingen nadien.

De jeugdvriendin vertelde dat Van M. gouden sieraden van haar overleden oma had gestolen. Tegen haar heeft hij in 2014 verteld dat „ze een moordenaar in huis had”. Ook zei ze dat Van M. tegen haar had gezegd dat hij „blij zou zijn als de ouders van Caroline er niet meer zouden zijn, omdat hij er dan van af zou zijn”.

Verdachte Van M. uit Brielle ontkent stellig dat hij achter de moord zit. Hij typeerde hun verklaringen als complete onzin.