Uitspraak in Urgenda-zaak kan in stand blijven
De uitspraak van het gerechtshof Den Haag dat de Nederlandse staat de uitstoot van broeikasgassen vóór het einde van 2020 met tenminste 25 procent moet verminderen ten opzichte van 1990, kan in stand blijven. Dat adviseren de plaatsvervangend procureur-generaal en advocaat-generaal Wissink aan de Hoge Raad.
Het gerechtshof gaf duurzaamheidsorganisatie Urgenda in oktober 2018 gelijk in de eis dat de uitstoot van broeikasgassen eind 2020 met 25 procent moet zijn verminderd. De Staat stelde cassatie in tegen de uitspraak van het hof.
De Stichting Urgenda en de Staat vinden allebei dat de uitstoot van broeikasgassen moet worden verminderd, maar ze verschillen van mening over het tempo. De Staat heeft voor 2020 een doelstelling in EU-verband. Die is gericht op het verminderen van de C02-uitstoot met 20 procent ten opzichte van de uitstoot in 1990.
Urgenda vindt die doelstelling te mager, gelet op de ernstige risico’s van klimaatverandering. Daarom spande Urgenda samen met bijna negenhonderd mede-eisers een zaak aan tegen de Staat. Het hof ging mee in het standpunt van Urgenda, waarna de Staat in cassatie ging.
De Hoge Raad doet op 20 december uitspraak in de zaak.