De fotogenieke rijstterrassen moeten op de schop
Verdwijnen de kenmerkende natte, terrasvormige rijstvelden in de toekomst? Als het aan Wageningen University ligt wel. Sawa’s verbruiken veel te veel water. Die hoeveelheid moet flink omlaag. „Elke liter minder is goed voor het milieu.”
Rijst is een van de oudste voedingsmiddelen ter wereld. De mens eet de graansoort al sinds mensenheugenis als basisvoedsel, eerst in tropische gebieden in Azië maar al honderden jaren voor Christus bereikte het gewas ook Zuid-Europa.
Hoewel Nederlanders de aardappel als typisch volksvoedsel beschouwen (ook al eten we die ‘pas’ een paar eeuwen), neemt rijst in de meeste huishoudens een aanzienlijke plek in. En wie aan rijst denkt, ziet sawa’s voor zich. Fotogenieke terrassen op berghellingen waar mensen tussen de rijstplanten door het water waden. Een romantisch, dromerig beeld, maar vooral een gegeven: zo wordt nu eenmaal rijst verbouwd.
Maar niets is minder waar, zegt Gerard van der Linden, onderzoeksleider bij de afdeling Plant Research aan Wageningen University (WUR). „De wilde rijstplant groeit van oorsprong helemaal niet in water maar op droge grond. De boeren hebben de sawa’s, die ook wel paddy’s worden genoemd, in de loop van de eeuwen gecreëerd.
Dat had een duidelijke reden, want door de rijst onder water te zetten had de boer niet langer last van onkruid tussen de planten. Bovendien werd op deze manier erosie van de rijstakkers voorkomen. En, wat veel mensen niet weten, tussen de rijstplanten konden de landbouwers vissen kweken. Dit betekende niet alleen een extra inkomstenbron, maar de vissen aten ook de voor de rijst schadelijke insecten. Een geweldig inventieve win-winsituatie die vele eeuwen prima functioneerde.”
Toenemend watertekort
De wereld heeft een toenemend tekort aan water. De vraag naar zoet water overschrijdt al jaren het aanbod. Ook de toegang tot schoon water vormt een probleem. De waterschaarste wordt veroorzaakt door een snel groeiende wereldbevolking, verbeterde levensstandaarden, veranderende consumptiepatronen en toenemende irrigatie van landbouwgronden. In 2016 bleek uit onderzoek dat 4 miljard mensen (twee derde van de wereldbevolking) ten minste één maand per jaar met ernstige waterschaarste te maken heeft. De helft van hen woont in India en China. Precies die twee landen verbouwen de meeste rijst ter wereld.
Van der Linden: „Rijstrassen die op sawa’s groeien, leveren nu nog de hoogste opbrengst. Keerzijde is dat er wel 5000 liter water nodig is om een kilo rijst te produceren. Intussen zien de boeren de grondwaterspiegels op hun land dalen, terwijl de vraag naar rijst alleen maar blijft toenemen.”
Van der Linden had het afgelopen jaar de leiding over een internationale groep PhD-studenten (afkomstig uit Wageningen en universiteiten in India en China) die onderzocht hoe het enorme waterverbruik op sawa’s naar beneden kan. „De belangrijkste vraag die wij hadden te beantwoorden was hoe boeren met minder water dezelfde opbrengst kunnen bewerkstelligen. Daarvoor moesten we als het ware diep in de rijstplant kijken. Hoe functioneert het wortelsysteem en wat gebeurt er precies onder water tijdens de groei?”
Traditie doorbreken
Rijst wordt al duizenden jaren op dezelfde manier verbouwd en is een van de eerste gewassen die de mens cultiveerde. Van der Linden erkent dat het een uitdaging om zo’n lang bestaande traditie te veranderen. „Maar het moet”, zegt hij, „want naast het exorbitante waterverbruik is er nog een ander, bijkomend probleem. Doordat de planten in water staan, kan er weinig zuurstof bij. Organisch materiaal in de grond wordt zonder zuurstof, oftewel anaerobisch, afgebroken, en daarbij komt het schadelijke broeikasgas methaan vrij.
Pas sinds relatief kort weten we dat de natte rijstteelt een van de grootste producenten van methaan in de wereld is, en daardoor significant bijdraagt aan het broeikaseffect en dus de opwarming van de aarde. Bij andere teeltsystemen is dit veel minder het geval, omdat zuurstof daar wél de grond in kan en de afbraak van organisch materiaal aeroob plaatsvindt.”
Het onderzoek leverde veelbelovende resultaten op. Van der Linden: „We ontdekten dat de wortels van bepaalde rijstplanten dieper de grond in groeien en dikker zijn (er zijn wereldwijd meer dan 8000 soorten rijst, IL). Die doen het aanzienlijk beter dan andere. Voorwaarde is wel dat ze ook de fotosynthese van hun blad en de verdamping van het water aanpassen. Daarnaast vonden we uit dat de micro-organismen in de bodem samen met de juiste rijstrassen het watergebruik van rijstplanten kunnen verminderen.”
En die vermindering is volgens de Wageningse onderzoeker meteen aanzienlijk te noemen. Een kilo rijst verbouwen zou met een aantal wezenlijke aanpassingen met 2000 liter minder kunnen – van 5000 naar 3000 liter. „Dat moet haalbaar zijn”, zegt Van der Linden. „En als je dan bedenkt dat alleen China al jaarlijks 196 miljard kilo rijst produceert, kun je onvoorstelbare hoeveelheden water besparen – ongeveer 80 keer al het water in het IJsselmeer. Daarnaast betekent minder sawa’s meer drogeregrondrijst, waardoor de bijdrage aan het broeikaseffect vermindert.”
Gewone akkers
Nu al maken veel Chinese rijstboeren gebruik van het zogenaamde ”Alternate Wetting and Drying”-principe, waarbij de rijstvelden maar een deel van het jaar onder water staan. Dit reduceert het watergebruik én de methaanemissie al aanzienlijk, terwijl het effect op de opbrengst gering is.
„Een goede zaak, en als we in de komende jaren de rassen voor droge grond verder weten te optimaliseren, zal dat steeds meet waterbesparing opleveren. Ik denk dat binnen twintig jaar, misschien zelfs minder, veel sawa’s zoals we die nu nog kennen verdwenen zullen zijn. Rijst staat dan op gewone akkers, zoals aardappels en andere gewassen.”
Toch klinkt het eenvoudiger dan het in werkelijkheid is. Een niet te onderschatten factor is het socio-economische aspect. Van der Linden: „Mensen in Zuidoost-Azië telen rijst al duizenden jaren in water. Zo’n diepgeworteld onderdeel van hun cultuur en leefpatroon verander je niet van de ene dag op de andere.”
Daarom zijn er volgens de Wageningse onderzoeker beleid en goed doordachte strategieën en campagnes nodig. „Zodat met name de arme boeren overtuigd kunnen worden van het nut van een overstap naar de teelt van rijst met minder water en uiteindelijk zelfs geheel droge grond.”
Negatieve effecten
Die transformatie verloopt alleen maar soepel als mogelijk bijkomende, negatieve effecten ook zijn geëlimineerd. De sawa’s van nu hebben immers ook grote voordelen en die vallen plotseling weg als de boeren hun rijst zonder extra maatregelen in droge grond zet. „In de rijstvelden van de toekomst zwemmen geen vissen meer die de schadelijke insecten eten, dus moet de rijst van zichzelf resistent zijn.
Ook andere bedreigingen die nu nog niet bestaan, zoals bepaalde plantenziekten en overwoekering door onkruid, moeten buitenspel worden gezet voordat de omslag kan worden gemaakt. Veredelaars wacht de schone taak om de optimale opname van nutriënten door de rijstplant te garanderen.”
Het onderzoek onder leiding van Van der Linden was pas het eerste in een, naar verwachting, lange reeks. „Onze resultaten zullen worden gebruikt door de internationale onderzoeksgemeenschap.”
Private donor
Intussen bereiden de deelnemende universiteiten weer andere projecten voor met betrekking tot rijstteelt en veredeling. „Het loopt in verschillende vormen door, maar nog niet als een rechttoe, rechtaan pad richting droge rijstteelt. Dat heeft denk ik te maken met de unieke financieringsstructuur die ons project had: een onafhankelijke, private donor die voor ogen had dat dit project een bijdrage zou leveren aan een duurzamere rijstteelt. Ik hoop van harte dat, nu wij hebben aangetoond dat het kan, andere partijen met ons mee gaan doen om dit gigantische vraagstuk, waar we als mensheid tegenaan lopen, op te lossen.”