Dat heeft de Raad van State donderdag bepaald in het beroep dat De Knorhof in juli aantekende tegen de bestuursdwang die de provincie Gelderland heeft gebruikt. De Raad van State is het wel met de provincie eens dat het bedrijf geen vergunning heeft voor het stinkende koken van brijvoer voor de varkens. Daar moet De Knorhof dan ook direct mee stoppen. De provincie is veroordeeld tot het betalen van de proceskosten.

De provincie en De Knorhof liggen al sinds 1996 met elkaar overhoop over de geuroverlast die de varkenshouderij veroorzaakt. De Knorhof is een van de grootste varkensbedrijven van Nederland. Dit voorjaar moest het bedrijf al bijna 5000 dieren afvoeren, nadat gebleken was dat De Knorhof bijna 13.000 varkens huisvestte terwijl er maar voor 8000 dieren een vergunning is.

De provincie wil wel meewerken aan het verlenen van een nieuwe milieuvergunning, maar De Knorhof neemt volgens de provincie te weinig geurbeperkende maatregelen. De Raad van State is het met de provincie eens dat de vergunningaanvraag die er nu ligt niet kan voldoen aan de heersende geurnormen. Daarom mag het bedrijf geen brijvoer meer maken van afvalstoffen en aardappelzetmeelproducten.

De Knorhof krijgt tot 21 september de tijd om een geurrapport te laten maken. Daaruit moet onder meer blijken hoeveel stankoverlast de mestopslag veroorzaakt. Pas daarna mag de provincie eventueel maatregelen nemen om de foliebassins eveneens te verbieden.