Arts-assistent in Harderwijk berispt
Een arts-assistent die in 2002 stage liep bij een Harderwijkse huisarts heeft ernstig gefaald bij de behandeling van een doodzieke, 37-jarige patiënt. Dat oordeel velde het regionaal tuchtcollege in Zwolle donderdag, na een klacht van de vriendin van de patiënt.
De arts-assistent kreeg een berisping. De Harderwijkse opleider van de assistent treft volgens het tuchtcollege geen blaam.
De arts-assistent was gediplomeerd sinds 2001 en werd in 2002 opgeleid tot algemeen militair arts. Hij liep daarvoor stage in de Harderwijkse eenmanspraktijk. De stage was op een paar dagen na afgerond, toen de dramatische gebeurtenis zich voordeed. De patiënt overleed op 15 juli 2002 aan een hartinfarct, terwijl de arts-assistent hem en zijn vriendin het etmaal daaraan voorafgaand doorlopend geruststelde met de mededeling dat het om hyperventilatie ging.
De patiënt was in de nacht van zaterdag op zondag ziek geworden. De arts-assistent begon zijn waarneemdienst zondagmorgen vroeg en werd herhaaldelijk gebeld door de zeer ongeruste vriendin van de Harderwijker. Haar partner had pijn in de buik, in de armen, op de borst, was misselijk, gaf over en kon op het laatst niet meer uit zijn bed komen.
De arts-assistent bezocht de patiënt tweemaal en bleef volhouden dat het om hyperventilatie ging, een diagnose die eerder ook door een andere waarnemer was gesteld. Het tuchtcollege verwijt hem dat hij tijdens de tweede visite de patiënt niet heeft onderzocht, de verslechtering in de situatie niet heeft opgemerkt en geen acht heeft geslagen op het voorgevoel van de vriendin van de patiënt. Ze had al voor de vierde keer die dag om een ziekenhuisopname gevraagd.
Rond middernacht in de nacht van zondag op maandag belde de vriendin van de patiënt nog een keer, maar de arts-assistent heeft haar „gerust kunnen stellen”, zoals hij op de zitting in juni vertelde. Hij was blijkbaar zo „gevangen in zijn overtuiging dat de patiënt hyperventileerde dat hij alle signalen dat er wat ernstigers aan de hand kon zijn heeft gemist”, aldus het besluit van het tuchtcollege.
De huisarts die de jonge arts opleidde, heeft van zijn leerling niet voldoende signalen gekregen over de ernst van de situatie. Hem kan daarom niet verweten worden de situatie te hebben onderschat, zoals de klaagster stelde.