Coldcaseteam op Deventer moordzaak gezet
Een coldcaseteam van de Amsterdamse politie is op de Deventer moordzaak gezet. Het specialistische rechercheteam heeft van de Hoge Raad in Den Haag opdracht gekregen om het DNA-onderzoek, dat tot de veroordeling van Ernest Louwes leidde, nog een keer te bekijken.
Dat zei advocaat-generaal Diederik Aben van de Hoge Raad, het hoogste rechtsorgaan van Nederland, zaterdag in de Stentor. Aben doet al vijf jaar onderzoek naar herziening van de geruchtmakende moordzaak.
Het inschakelen van het team volgt nadat advocaat Geert-Jan Knoops, die Louwes bijstaat, onvrede had geuit over nieuw onderzoek dat Aben heeft laten verrichten naar het DNA op de blouse van de vermoorde weduwe Wittenberg. Dat is gebeurd door een Engelse DNA-deskundige.
De sporen, waaronder een bloedspetter, zijn afkomstig van Louwes. De sporen zijn door geweld op de blouse terechtgekomen, concludeert die deskundige. Daarmee onderschrijft hij het NFI-onderzoek dat eerder is verricht en op basis waarvan Louwes is veroordeeld.
Messteken
De Deventer moordzaak is een van de meest geruchtmakende zaken van Nederland. Het draait om de dood van weduwe Jacqueline Wittenberg. Het lichaam van de vrouw werd op 25 september 1999 gevonden in haar woning in Deventer. Onderzoek maakte duidelijk dat de zestigjarige vrouw twee dagen eerder met messteken en door wurging om het leven was gebracht.
De verdenking ging al snel uit naar haar belastingadviseur Ernest Louwes. Hij had als laatste telefonisch contact met de weduwe gehad en zou op de avond van de moord in Deventer zijn geweest. Louwes heeft echter altijd gezegd dat hij vanaf de A28 telefoneerde. Louwes kreeg twaalf jaar cel en kwam in 2009 vrij. Hij heeft altijd ontkend dat hij iets met de zaak te maken had.