Een lectuuradvies in de spreekkamer
Informatie over liefde, relaties en seksualiteit ligt bijna overal voor het grijpen. Toch constateert drs. P. M. Wagenaar dat het velen moeite kost verantwoorde uitgaven in handen te krijgen. De psycholoog, werkzaam bij Eleos, grijpt het thema van de Boekenweek graag aan om een pleidooi te voeren voor het lezen van een goede publicatie op het brede terrein van de verhouding tussen man en vrouw. „Het komt nog steeds voor dat mensen aan het huwelijk beginnen terwijl ze slecht of beperkt geïnformeerd zijn over wat seksualiteit inhoudt.”
Over de vraag welk boek hij de afgelopen vijf jaar op zijn werkterrein met het meeste enthousiasme heeft ontvangen, hoeft Wagenaar niet lang na te denken. Zonder aarzelen noemt hij ”Mijn lijf is me lief” van Ank van Wageningen en Els Plooij. „Die keus heeft ermee te maken dat ik regelmatig mensen ontmoet die in het verleden negatieve seksuele ervaringen hebben gehad en daardoor een negatief beeld hebben gekregen van hun lichaam, intimiteit en seksualiteit. Dit boek, hoewel geen christelijke uitgave, helpt te zien hoe je het negatieve kunt overwinnen en tot een positieve beleving van seksualiteit kunt proberen te komen. Dat is voor mensen die slachtoffer van misbruik zijn geworden een moeilijke opgave.”
Bibliotherapie
Als enige hulpverlener binnen de gereformeerde gezindte heeft Wagenaar, werkzaam op de locaties Dordrecht en Goes van Eleos, zich gespecialiseerd in de seksuologie. Daardoor heeft hij meer dan gemiddeld te maken met mensen die problemen op het gebied van seksualiteit ervaren. In zijn werk merkt hij dat het gebrek aan kennis over bijvoorbeeld het verschil tussen man en vrouw in de beleving van seksualiteit tot scheefgegroeide verhoudingen kan leiden. Wagenaar raadt dan ook regelmatig cliënten aan een bepaald boek te lezen om hun inzicht op dat vlak te vergroten. In zijn spreekkamer heeft hij altijd een lectuurstapel bij de hand.
Boeken kunnen, zegt Wagenaar, een speciale plaats innemen in de therapie. „Daarvoor bestaat zelfs een naam: bibliotherapie. Dit is een onderdeel van therapie waarin cliënten verder kunnen komen in hun problematiek door relevante lectuur over hun probleem te lezen. Die krijgen ze aangereikt van de hulpverlener. Er zijn natuurlijk ook boeken voor zelfhulp. Dat wil zeggen dat mensen met, in dit geval seksuele, problematiek daaraan kunnen werken door erover te lezen.” Volgens Wagenaar zijn er heel wat voorlichtingsboeken, „maar het blijft moeilijk uitgaven te vinden die bijbels verantwoord zijn. Niet iedereen blijkt goede toegang tot dat aanbod te hebben.”
De hulpverlener haast zich te zeggen dat het probleem van gebrek aan informatie niet alleen de gereformeerde gezindte betreft. „Ook binnen de Nederlandse Vereniging voor Seksuologie hoor ik dat het absoluut niet vanzelfsprekend is dat mensen de juiste voorlichting kunnen vinden. Er is op het gebied van seksualiteit veel te koop en te downloaden van internet, maar dat is niet per definitie goed materiaal. Met alle openheid die er is, blijven misvattingen over seksualiteit toch voortbestaan.”
Stippellijnen
Algemene voorlichtingsboeken hebben volgens Wagenaar een lange geschiedenis. Hij noemt uitgaven zoals ”Stippellijnen voor jongens” en ”Stippellijnen voor meisjes”, die in de jaren zeventig van de vorige eeuw jongeren de nodige informatie boden. Ook een boek als ”Het volkomen huwelijk” van de arts Th. van der Velden heeft jarenlang dienstgedaan als verantwoord voorlichtingsmateriaal. „De auteur was geen christen, maar had wel een behoudende visie. Hij nam het huwelijk als uitgangspunt en schreef over het seksuele leven op een manier die voor onze gezindte acceptabel was.”
Wagenaar wijst ook op een uitgave als ”Brieven aan jonge mensen” van de gereformeerde pedagoog Waterink, die in de eerste helft van de vorige eeuw verscheen. „Hij schreef daarin bijvoorbeeld over een onderwerp als zelfbevrediging. In de gereformeerde wereld, die toen nog rechtzinnig was, zijn in die periode meer goede boeken geschreven.” Decennia later plaatst de gereformeerd vrijgemaakte dr. J. Douma het onderwerp seksualiteit in zijn serie ethische bezinning in christelijk perspectief, terwijl begin jaren negentig de christenarts Alie Hoek-van Kooten naam maakt met haar boek ”Trouw en teder”.
De laatste twee uitgaven illustreren volgens Wagenaar dat het onderwerp seksualiteit meer een zelfstandig thema werd in publicaties in orthodox-christelijke kring. „Voor die tijd verschenen er al wel regelmatig uitgaven over het gezin. Daarin stond dan ook een hoofdstuk over het huwelijk, met een paragraaf over seksualiteit en een enkele alinea over een onderwerp als zelfbevrediging. In de jaren tachtig kwam er meer aandacht voor voorlichting aan jongeren over verkering en huwelijk. Denk aan een uitgave als ”Over liefde gesproken” van de Jeugdbond van de Gereformeerde Gemeenten.”
Liberaal
Kon vroeger een aantal ’neutrale’ publicaties over liefde en relaties zonder schroom in de gereformeerde gezindte worden geraadpleegd, tegenwoordig blijkt dat minder het geval. „De relatie tussen man en vrouw heeft alles te maken met waarden en normen. De meeste auteurs vullen die tegenwoordig in vanuit een liberaal standpunt, dat duidelijk afwijkt van het bijbelse. Dat laat onverlet dat er soms goede onderdelen in staan. ”Seks moet je leren” bijvoorbeeld is een populair boekje dat veel waardevolle informatie geeft. Maar de auteur, Rik van Lunssen, gaat uit van een ander kader dan de bijbelse visie op seksualiteit. Daarom zou ik zo’n boekje niet zo gauw aan jonge mensen uitlenen.”
Wagenaar wijst erop dat jongeren tegenwoordig op allerlei manieren, onder meer via de media en door billboards op straat, het beeld van een vrije seksuele moraal krijgen aangereikt. „Die informatie is misleidend, presenteert seksualiteit als een genotmiddel dat je open en vrijuit kunt consumeren. Voor een begrip als zelfbeheersing is nauwelijks aandacht. Het zou niet goed zijn als onze jongeren niet zouden horen wat de Bijbel ons hierover voorhoudt. Ik zeg niet dat daarmee het gif dat voorhanden is krachteloos wordt gemaakt, maar ze horen dan in ieder geval ook dat seksualiteit iets anders is dan wat de wereld ons voorschotelt.”
Amerika
Een niet-onbelangrijk deel van de relatieboeken die christelijk Nederland verslindt, komt uit Amerika overwaaien. Uitgevers als Medema, Barnabas en Gideon brengen regelmatig vertalingen op de markt. „Ik denk dat Amerikaanse christenen er over het algemeen meer werk van maken dan wij om christelijke principes te vertalen in allerlei boeken en cursussen”, zegt Wagenaar. „Die publicaties bieden veel goeds. Ze ademen weliswaar een Amerikaanse geest, maar zijn gebaseerd op de Bijbel, al spreken de auteurs niet de taal die we in de gereformeerde gezindte gewend zijn. Als je dat nadeel kunt relativeren, zijn dergelijke boeken goed bruikbaar.”
Als waardevolle uitgave noemt Wagenaar onder meer ”Liefde voor twee. Seksuele harmonie in het christelijk huwelijk” van Wheat en Wheat. Hij wijst ook op een boek als ”Wat wil hij, wat wil zij?” van Willard F. Harley. „De ondertitel, ”Bouwen aan een onverwoestbaar huwelijk”, geeft het Amerikaanse aan. Daar moet je doorheen kijken. Het is allemaal wat opgeklopt, maar wat Harley zegt is waardevol. Hij beschrijft vijf behoeften van de man en vijf behoeften van de vrouw. Ik zou zeggen: lees als man maar eens wat een vrouw beweegt, en andersom. Heb het erover met elkaar en doe er je winst mee.”
Ook de populaire Mars & Venus-reeks van John Gray heeft volgens Wagenaar z’n waarde, hoewel het geen specifiek christelijke uitgaven betreft. „Ik waardeer het positief dat er meer aandacht komt voor wat eigen is aan mannen en wat eigen is aan vrouwen. Op het gebrek aan kennis daarover zijn veel problemen binnen huwelijken gebaseerd. Het is goed je te verdiepen in de onbekende wereld van het andere geslacht. Veel van wat de algemene psychologie daarover aanreikt, is waardevol. Als je leert van de verschillen tussen man en vrouw, ben je ook bijbels bezig. Het besef dat mannen en vrouwen verschillend zijn is een bijbels gegeven. God heeft de mens uitdrukkelijk mannelijk en vrouwelijk geschapen.”
Brochure
Als hij het aanbod van christelijke lectuur op het gebied van liefde, seksualiteit en relaties overziet, merkt Wagenaar nog een enkel hiaat op. „Er is weinig geschreven over zelfbevrediging. Het blijft voor veel mensen moeilijk hoe je dat vanuit de Bijbel moet zien. Verder is er weinig verschenen over bijzondere belevingsvormen van seksualiteit zoals travestie, sadomasochisme en pedofilie. Die dingen komen ook in onze kringen voor. Er zijn mensen die ermee worstelen, maar er is nauwelijks over gepubliceerd.” Zelf hoopt Wagenaar aan deze onderwerpen aandacht te besteden in een boek over seksualiteit dat hij op verzoek van uitgeverij Groen voorbereidt.
Eerst zal er, volgend voorjaar, bij De Vluchtheuvel een brochure van zijn hand verschijnen over ”Seksualiteit bij jongeren”. Het blijft volgens de hulpverlener belangrijk hiervoor aandacht te vragen. „We hebben in de gereformeerde gezindte gelukkig ook iets meegekregen van de openheid die de seksuele revolutie heeft opgeleverd, maar het komt nog steeds voor dat mensen aan het huwelijk beginnen terwijl ze slecht of beperkt geïnformeerd zijn over wat seksualiteit inhoudt. Ik begrijp de voorzichtigheid die er op dit vlak is, maar ben toch voorstander van openheid. Onze maatschappij schetst een verkeerd beeld van seksualiteit. Daarom hebben wij des te meer de taak voorlichting te geven die is gebaseerd op de Bijbel.”