‘10 procent aansprakelijkheid is onduidelijk’
Het besluit van de Hoge Raad om Nederland voor 10 procent aansprakelijk te stellen voor de dood van 350 moslimmannen in Srebrenica in 1995, roept vragen op bij internationaal strafrechtadvocaat Geert-Jan Knoops. Hij begrijpt niet hoe de Raad op deze berekening van de overlevingskans is uitgekomen, omdat daarvoor geen duidelijke basis bestaat.
De advocaat wijst erop dat de hoogste rechter een kwestie die een gerechtshof niet goed heeft gemotiveerd, doorgaans terugverwijst naar dat hof. Daar kunnen partijen dan nog op reageren. Dat dit nu niet is gebeurd, maar direct een feitelijk oordeel is gegeven, kan er volgens hem op wijzen dat de Hoge Raad de zaak nu meteen wilde afdoen.
Ook lijkt de Hoge Raad volgens Knoops in deze uitspraak te zeggen dat de verantwoordelijkheid voor de val van de moslim-enclave bij de Verenigde Naties ligt. De VN is echter als instituut immuun en kan daarom niet worden vervolgd.
Knoops oppert dat het internationaal recht mogelijk moet worden gewijzigd zodat de VN ook voor de rechter kan worden gesleept als de organisatie zelf faalt. Hij doelt daarmee op missies van de VN, zoals in Myanmar, die ook niet goed zijn gelopen.