Syriëganger Reda N. ‘wilde alleen helpen’
De vermeende Syriëganger Reda N. uit Leiden (24) ontkent stellig dat hij in Syrië en Irak heeft gevochten voor Islamitische Staat (IS). Dat zou zijn gebeurd tussen april 2014 en november 2016. Ook heeft hij niemand geronseld om mee te doen, zei N. maandag tegen de rechtbank Den Haag, die zitting houdt in de extra beveiligde rechtbank op Schiphol. N. kwam destijds in het nieuws toen zijn bezorgde familie naar de media stapte. Ook verscheen hij in een BBC-item.
Volgens N. kloppen allerlei verklaringen over zijn rol en radicalisering niet. Hij zei dat hij naar Syrië vertrok om vrouwen en kinderen te helpen in de burgeroorlog en geen strijder was, maar hielp in een ziekenhuis. Hij bracht daar drinken rond en maakte wonden schoon. Ook een formulier van IS over N., waarop hij wordt aangeduid als strijder, klopt volgens hem niet.
Foto’s waarop hij is te zien met wapens en strijdkleding waren „in het begin stoerdoenerij” maar later „moest hij meedoen om niet op te vallen”. Hij wilde eigenlijk weg en daar mocht IS niet achter komen, omdat ze dat zouden afstraffen. Positieve uitingen over IS moeten daarom ook in dat licht worden gezien, beweerde hij. Naar eigen zeggen heeft hij drie keer geprobeerd naar Nederland terug te gaan maar werd hij net over de grens van Turkije teruggestuurd. Daarna zat hij twee maanden in de cel, aldus de verdachte.
De derde poging lukte, waarna hij in Turkije werd opgepakt en vervolgd. Hij is daar veroordeeld tot zes jaar cel voor terrorisme, evenals Oussama A. (ook 24) uit Utrecht. In afwachting van hun hoger beroep kwamen ze op vrije voeten. Ze werden begin juli vorig jaar naar Nederland overgebracht en vastgezet.
Maandagmiddag moet ook Oussama A. voor de rechter komen. Het Openbaar Ministerie beschuldigt hem onder meer van een oorlogsmisdrijf omdat hij lachend poseerde bij een gekruisigd persoon. A. is de eerste Syriëganger die wordt beschuldigd van een dergelijk vergrijp.