Binnenland

Indiërs herdenken capitulatie Japan

Indische Nederlanders en hun sympathisanten hebben gistermorgen in het Congresgebouw in Den Haag de capitulatie van Japan, precies 59 jaar geleden, herdacht. Met die overgave kwam ook een einde aan de Tweede Wereldoorlog in het toenmalige Nederlands-Indië, dat de Japanners hadden bezet.

ANP
16 August 2004 10:59Gewijzigd op 14 November 2020 01:31

„Dat het Koninkrijk der Nederlanden ook na de bevrijding van het Duitse juk nog steeds in oorlog was, is iets wat maar al te gemakkelijk wordt vergeten”, aldus Lia Folmer, voorzitster van de Stichting Herdenking 15 Augustus 1945. Net als op 4 mei gaan op 15 augustus de herinneringen ver terug: „Dan gaan onze gedachten uit naar al diegenen die door de Kempetai (Japanse geheime politie, red.) werden geëxecuteerd. We herinneren ons de tallozen die het leven verloren tijdens transporten over zee naar de krijgsgevangenkampen en door dwangarbeid. Dan komen de beelden op van de vele kampen in Indië waar mannen en vrouwen en kinderen hebben geleden en denken wij aan het leed van diegenen die buiten de kampen bleven, maar evenmin van geweld en vernedering verschoond bleven. 1945 mag naar menselijke maat lang geleden zijn, voor ons die de gebeurtenissen van toen herdenken, is het als gisteren.”

Prof. dr. B. Smalhout oogstte applaus met zijn klaagzang over de wijze waarop linkse media en linkse politici de repatrianten uit Nederlands-Indië volgens hem altijd in de hoek hebben gedrukt, omdat die hun medewerking aan een koloniaal bewind hadden verleend. Een dergelijk systeem is nu inderdaad niet meer te rechtvaardigen, aldus de bekende columnist, maar toen werd er nu eenmaal heel anders over gedacht.

Bovendien hielden veel van de Nederlanders in Indië van dat land als hun tweede vaderland, zei Smalhout, en is er toen, met respect voor de Indische cultuur, veel bereikt op het gebied van bijvoorbeeld onderwijs, bestuur, rechtshandhaving en ziektebestrijding. Smalhout laakte het huidige „verloederde onderwijs”, waar Nederlands-Indië volgens hem niet meer aan de orde komt en geschiedenis geheel en volkomen ten onrechte wordt veronachtzaamd. „Dat is het domste wat je kunt doen. Wij zijn allemaal het product van de historie en deze veronachtzaming is een misdaad tegenover de jeugd.”

De herdenking werd ’s middags traditiegetrouw voortgezet bij het Indisch monument in Den Haag. Organisaties en particulieren legden kransen. Namens de regering van het Koninkrijk werd dat gedaan door minister-president Balkenende en minister Bot van Buitenlandse Zaken. Bot heeft zelf een Indisch verleden. Hij zat als kleine jongen met zijn moeder in een kamp, zijn vader was afgevoerd om te werken aan het beruchte Birma-Siamspoor.

Wieteke van Dort, geboren in Soerabaja, droeg onder meer een gedicht voor dat is opgedragen aan de vrouwen van de veteranen. Het werd geschreven door Sebastiaan Schelfhout: „Mijn man is Indiëveteraan/ Als er tranen in zijn ogen staan/ Probeert hij daarmee iets te zeggen/ Wat hij nog niet uit kan leggen;/ Diepe wanhoop in zo’n nacht/ een radeloze klacht/ Een oorlog duurt een leven lang/ een oorlog duurt een leven lang.” Van Dort droeg het gedicht voor „voor al die veteranenvrouwen die hun mannen hebben vastgehouden en veilig in hun armen hebben gedragen naar de dag van vandaag.”

Zoals gebruikelijk hield ook een scholier een voordracht, ditmaal Diane Oosterholt (17). Zij bleek doordrongen van wat er allemaal gebeurd is, maar „ik associeer Indië eigenlijk altijd met iets goeds. En ik denk dat veel jonge mensen, zeker als je in Den Haag leeft, net als ik, dat doen. Indië betekent voor mij vooral mijn familie die altijd voor meer personen kookt dan er komen eten, maar ook de Pasar Malam en de parmantige oude dametjes op de Frederik Hendriklaan.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer