„Onze gedachten zijn bij de nabestaanden’, aldus de premier. Hij voelt ook mee met de militairen die bij het incident gewond raakten, en met hun familie. „Dit is een grote schok voor iedereen", aldus Balkenende.

Volgens Balkenende stelt de overgrote meerderheid van de Irakezen de activiteiten van de Nederlandse militairen zeer op prijs. „Dat werk moet daarom ook worden voortgezet. Dit was geen aanslag door het Irakese volk, maar een aanslag door individuen die door hun destructieve optreden proberen om de wederopbouw van Irak te frustreren."

Balkenende zei niet voor terreur te wijken. „Wij geven voluit steun aan onze militairen, die voortgaan met de wederopbouw, samen met de vele andere landen die zich inzetten voor de toekomst van Irak, en samen met de Irakese bevolking."

Het werk van de Nederlandse militairen, stelde de premier vast, is niet zonder risico’s. „Alle inspanningen zijn en blijven erop gericht om die risico’s tot een minimum te beperken."

Later op de dag zei Balkenende in het Torentje tegen journalisten dat hij sinds de gebeurtenissen van zaterdagavond over de kwestie nauw contact heeft met zijn collega’s Kamp van Defensie en Bot van Buitenlandse Zaken. De drie blijven in overleg over de ontwikkelingen en het onderzoek naar de schietpartij. De premier zei zich zorgen te maken over het toenemend geweld in Irak, maar herhaalde niet voor terreur te wijken.