Een zesde militair raakte lichtgewond. Deze heeft de dienst inmiddels hervat.

Het fatale schietincident gebeurde ten zuiden van Ar–Rumaythah. Een Nederlandse patrouille was net teruggekeerd van een onderzoek naar ongeregeldheden in de stad, circa veertig kilometer ten noorden van het Nederlandse hoofdkamp in As–Samawah. Omstreeks 22.15 uur zaterdagavond werden twee ongepantserde voertuigen van de Nederlanders onder vuur genomen met kleinkaliber wapens en mogelijk een mitrailleur.

De gewelddadigheden hebben volgens het Japanse persbureau Kyodo ook twee militante Irakezen het leven gekost. Het baseerde zich op informatie van de lokale politie.

De 29–jarige marechaussee is de tweede Nederlandse militair die in Irak is gesneuveld. Drie maanden geleden werd een granaataanslag de 36–jarige sergeant D. Steensma fataal.

Ten noorden van Ar–Rumaythah is een van de compagnielocaties van het Nederlandse SFIR–bataljon. Vier dagen geleden werd daar al een Nederlandse patrouille onder vuur genomen. Op dezelfde dag werd Camp Smitty, het Nederlandse basiskamp in As–Samawah, beschoten.

Kort na de eerste beschietingen schoten militairen van de zogenoemde Quick Reaction Force de Nederlandse patrouille te hulp. Ook deze eenheid werd onder vuur genomen en bovendien bestookt met antitankgranaten. Bij deze confrontatie vielen opnieuw gewonden.

Uiteindelijk herstelden Apache–gevechtshelikopters de rust. Voor het afvoeren van de gewonden naar het veldhospitaal in As–Samawah is gebruikgemaakt van een Amerikaanse Black Hawk–helikopter met een Nederlands medisch–team.

Het is onbekend wie er verantwoordelijk is op de aanval op de Nederlanders. De Marechaussee onderzoekt met de lokale Iraakse politie de gebeurtenissen.

Premier Balkenende sprak mede namens koningin Beatrix zijn „intense medeleven" uit met de familieleden van de omgekomen Nederlandse militair. Balkenende zei met „afschuw" kennis te hebben genomen van de beschietingen. „Onze gedachten zijn bij de nabestaanden.". Hij voelt ook mee met de militairen die bij het incident gewond raakten, en met hun familie.

Balkenende benadrukt niet voor terreur te wijken. „Wij geven voluit steun aan onze militairen die doorgaan met de wederopbouw, samen met de vele andere landen en met de Irakese bevolking." Ook minister Kamp van Defensie maakte duidelijk dat de missie van de Nederlanders in Irak gewoon doorgaat. Uit de eerste politieke reacties van VVD, D66 en PvdA blijkt dat er vooralsnog genoeg politieke steun blijft voor de Nederlandse missie in Irak.

In juni verlengde het kabinet deze missie met acht maanden. De situatie wordt wel steeds gevaarlijker, erkent Kamp. Dat komt volgens hem onder meer door de gewapende confrontaties in Najaf tussen Amerikaanse militairen en milities van de radicale sjiitische leider Muqtada al–Sadr. Hij wees erop dat de situatie in heel Irak gevaarlijker wordt, dus ook in het gebied waar de Nederlandse militairen zitten."

De Nederlandse militairen passen hun werkwijze voorlopig niet aan. Kamp stelde dat de Nederlandse missie altijd kijkt naar een goede balans tussen de manier waarop de Nederlandse militairen naar buiten treden, en de veiligheid van de manschappen. Tot op heden rijden de Nederlanders vaak in open jeeps door het gebied, begeven ze zich geregeld zonder helm op straat en gaan zij ook ’s nacht op patrouille.

De militaire vakbond AFMP wil een „grondig onderzoek" naar het incident van zaterdagavond. Volgens bestuurslid H. Busker moet de veiligheid van de militairen in Irak nu centraal staan. Hij wilde zondag niet ingaan op de vraag of de Nederlandse militairen onvoldoende beschermd zijn, omdat ze in ongepantserde voertuigen rondreden. De Vereniging belangenbehartiging militairen VBM/NOV wil nog geen conclusies trekken over terugtrekking van Nederlandse militairen uit Irak.