Wall Street hoopvol over handelsoverleg G20
De aandelenbeurzen in New York zijn vrijdag op de laatste handelsdag van de goed verlopen eerste helft van dit jaar met winsten gesloten. Beleggers op Wall Street waren optimistisch gestemd in aanloop naar het handelsgesprek tussen de Amerikaanse president Donald Trump en zijn Chinese collega Xi Jinping op de G20-top in Osaka, Japan.
De Dow-Jonesindex eindigde 0,3 procent in de plus op 26.599,96 punten. De brede S&P 500 steeg 0,6 procent tot 2941,74 punten en de technologiegraadmeter Nasdaq won 0,5 procent tot 8006,24 punten.
Trump voedde de speculaties op een positieve uitkomst. Zijn afspraak met Xi op zaterdag zal op zijn minst „productief” zijn, zei hij. Trump waarschuwde wel dat hij nog steeds de vrije hand heeft om nieuwe invoerheffingen op Chinese goederen in te voeren. Xi benadrukte aan zijn kant dat „pestpraktijken niet werken”, zonder Trump bij naam te noemen.
Apple verloor 0,9 procent. Het technologieconcern neemt later dit jaar afscheid van zijn hoofdontwerper Jony Ive. De Brit werkte dertig jaar bij het bedrijf en stond aan het roer van het team dat producten als de Mac, de iPod, de iPhone en de iPad vormgaf. Hij gaat voor zichzelf beginnen en neemt Apple als eerste klant aan. Daarnaast zou Apple van plan zijn om de nieuwe Mac Pro-computer in China te gaan bouwen.
Banken stonden eveneens in de schijnwerpers. JPMorgan Chase koopt bijna 30 miljard dollar aan eigen aandelen in en voert het dividend op. Het aandeel won 2,7 procent. Ook branchegenoten Wells Fargo, Morgan Stanley en Citigroup kondigden vergelijkbare stappen aan. Verder slaagden alle banken die meededen voor de stresstest van de Federal Reserve.
Sportartikelenmerk Nike won 0,4 procent na publicatie van kwartaalcijfers. Drankenconcern Constellation Brands, bekend van onder meer biermerk Corona, kwam ook met resultaten en werd beloond met een koerswinst van 4,6 procent.
Op macro-economisch gebied waren er gegevens over de Amerikaanse consumentenuitgaven, het consumentenvertrouwen en de bedrijvigheid rond Chicago.
De euro was 1,1371 dollar waard, tegen 1,1377 dollar in Europa. De prijs van een vat Amerikaanse olie daalde 2,4 procent tot 58,03 dollar. Brentolie noteerde op 66,55 dollar per vat.