Kanonnen bulderen op oefenterrein in Bergen
Vúúr! De tank verovert terrein. Na het „voorbarig” afschaffen van de Leopards, aast de Koninklijke Landmacht weer op eigen gevechtstanks. Alle seinen staan op groen. Nu oefent de landmacht nog met Duitse leasebakken. Noodgedwongen, maar ook bewust.
De zon brandt in Bergen. Het kwik op het grootste militaire oefenterrein van Europa in Duitsland schommelt rond de 35 graden. Manschappen werken zich in het zweet op Baan 9. Lengte 4 kilometer, breedte 800 meter. „De baan der banen”, zegt majoor Laurens Reinders in de zinderende hitte.
Vier Duitse Leopard 2A6-gevechtstanks –zwart kruis op de romp– van het 414 Tankbataljon stellen zich verdekt op. Plotseling weerklinken salvo’s. Vier kanonslopen vuren op de vijand in de verte. Precies tegelijk. De grond dreunt, de lucht trilt.
„Een vuuroverval.” Majoor Reinders van 414 geniet. De gecoördineerde, tactische aanval moet de vijand maximaal verrassen. Gepantserd staal –62,5 ton per stuk– rukt in linie op. Stofwolken stijgen op.
Opnieuw bulderen de kanonnen. Oorverdovend. De bemanning krijgt 15 seconden om een plotseling opduikend doel te raken. Een 120 millimeter granaat slaat in tegen een heuvelrug. Voltreffer! Langzaam echoot het geluid weg in de groene vallei onder een ondergaande zon. Het is windstil. Lang blijven de rookpluimen hangen.
Het militair schiet- en oefenterrein in Bergen is immens: 27 kilometer noord-zuid, 24 kilometer oost-west. De Truppenübungplatz van 284 vierkante kilometer telt dertig verschillende schietbanen. Voor klein kaliber, voor zwaar kaliber. Heel Europa traint in Bergen. De VS volgend jaar ook.
Defensie oefent twaalf weken per jaar op het oefenterrein. Met Leopards, CV-90’s en Fenneks. Maar ook met manschappen te voet. De landmacht is breed. Maar ook de luchtmacht weet Bergen te vinden. En de mariniers.
Schieten met scherp op meerdere doelen tegelijk tijdens verplaatsingen. In Duitsland kan dat, in Nederland niet. „Dáárom komt iedereen naar Bergen”, zegt luitenant-kolonel Bert Wijnhoud. Defensie telt 12 miljoen euro neer om het oefenterrein twaalf weken te gebruiken. Een schijntje. De kosten zijn inclusief lakens en dekens, eten en drinken voor de manschappen.
Voorbarig
Bij de SOB/SOMS-schietsessie maakt Nederland –noodgedwongen– gebruik van Duitse Leopards. De krijgsmacht heeft in 2011, onder druk van bezuinigingen, het zwaarste wapen uit de gereedschapskist van de landmacht afgeschaft. Tanks zijn niet langer nodig, was het idee. Nederland had er ooit pakweg 1000.
„Afschaffing was voorbarig”, verklaart ritmeester Rutger Poelakker voor de dreigende loop van een Duitse Leo. De tank speelt immers een cruciale rol bij geloofwaardige afschrikking, zo leert inzet van Canadezen en Denen in Afghanistan. De vijand durfde daar soms niet eens in actie te komen. De tank kan op commando rake klappen uitdelen.
Niet overbodig. De wereld verandert, de dreiging neemt toe. Rusland en China roeren zich militair, legt majoor Sander Donker uit. Te land, ter zee, in de lucht, digitaal én in de ruimte. „Rusland stapelt alle militaire middelen.”
Het scenario van de jaarlijkse, grootschalige Russische oefening Zapad eindigt steevast met een nucleaire aanval op Rotterdam. Huiveringwekkend. Rusland en NAVO bevinden zich in een „permanente staat van competitie”, zegt Donker.
De kans op terugkeer van eigen Nederlandse tanks neemt toe. „Alle seinen staan op groen”, melden bronnen binnen defensie in Bergen. Het wachten is op het doorhakken van de knoop. Geld is er, de vraag is er. De NAVO dringt bij Nederland aan op versterking van de vuursteun op land tegenover de Russen. Minister Ank Bijleveld vindt versterking van vuursteun ook een prioriteit.
Net als extra F-35’s bijvoorbeeld. Krachtig wapen, legt Donker uit. „Het beste is een F-35 met gesloten bomluiken.” Het zou immers veel mooier zijn als het geavanceerde gevechtsvliegtuig zou samenwerken met eenheden op de grond, voorzien van lange afstandsartillerie.
Half vol
Nederland maakt sinds 2015 dankbaar gebruik van Duitse Leopards, dankzij innige samenwerking in een Duits-Nederlands tankbataljon. Een bewuste keus. Nederland kan niet langer alles in z’n eentje op de mat brengen. De tankeenheid telt nu 24 tanks, 48 in 2023. De gevechtseenheid –450 man, van wie 100 uit Nederland– is een van de weinige landmachtonderdelen die 100 procent gevuld is. Enkele andere eenheden zijn half leeg. Of half vol.
Snikheet
Tanks zijn populair, terwijl de temperatuur onder pantser toch kan oplopen tot dik 60 graden. Airco ontbreekt. Poelakker snapt de populariteit. „Schieten is het mooiste wat er is”, zegt de ritmeester glimmend. De Leopards 2A6’s krijgen binnenkort een upgrade. En slimme, ”high explosives”, granaten die de bemanning naar wens vóór, op of in het doel kan laten ontploffen.
Nederland beschikt op het oefenterrein over een eigen munitiecomplex. In 28 bunkers liggen bommen en granaten opgeslagen. In bunker 19 staan veertien pallets met munitie voor de .50 mitrailleurs. „Pang-pang roepen is niet meer nodig”, zegt luitenant-kolonel Bert Wijnhoud. Militairen krijgen de kogels bijna niet op.
Bij de poort van de munitieopslag instrueert luitenant Lise Poels de bezoekers. „Bij calamiteiten, hard wegrennen.”