Transgenderlobby voert strijd voor emancipatie in VS fors op
Muziekdocent John Kluge van de Browns County High School in Nashville in de staat Indiana is zijn baan kwijt. Hij kan het met zijn geweten niet overeenkomen om transgenderstudenten aan te spreken naar het geslacht van hun voorkeur. Onaanvaardbaar voor de school.
De strijd om emancipatie van homo’s en transgenders wordt eerst en vooral gevoerd binnen de sectoren cultuur, onderwijs en sport, zei de Amerikaanse apologeet Albert Mohler ruim een maand geleden op een conferentie in Grand Rapids. „Als daar het pleit is beslecht, gaat de maatschappij om.”
Mohler wees erop dat de volgorde ook relevant is. „Eerst de kunstenaars; die vormen de voorhoede. Dan de leerkrachten. Die zetten door hun onderwijs aan jongeren de toon voor de toekomst. Dan de sport, want als die meegaat, volgt het volk.”
Maatschappijstrategen beschouwen volgens Mohler de kerk als een achterhoede. „Daar richten moderne maatschappijhervormers pas in de allerlaatste fase de pijlen op. Ook omdat die voor pleitbezorgers van de emancipatie nauwelijks meer relevant is.”
Voor onderbouwing van die stelling is in Amerika momenteel genoeg bewijs te vinden. Terwijl de homo-emancipatie in de VS formeel is afgerond met de erkenning, nu vier jaar geleden, van het homohuwelijk, is de strijd om emancipatie van transgenders volop gaande.
Een belangrijke stap in dat proces zette president Obama in het laatste jaar van zijn regering. In mei 2017 bepaalde hij in een federale richtlijn dat op scholen en universiteiten transgenders het recht hebben om het toilet of de kleedruimte te kiezen die bij hun genderidentiteit past. President Trump draaide die maatregel kort na zijn aantreden terug. „Maar het gif is gestooid”, zegt Mohler. „Individuele staten en de schooldistricten mogen nu bepalen of ze de transgenders alle ruimte willen geven of niet. Al heeft Trump op de rem getrapt, de locomotief rijdt wel door, alleen iets langzamer.”
De voorbeelden liggen voor het oprapen. Afhankelijk van de signatuur van een staat –conservatief of progressief– geldt in openbare onderwijsinstellingen de zogenoemde toiletregel die Obama invoerde wel of niet. Op enkele scholen waar transgenderleerlingen de vrijheid bieden om zelf te kiezen welk toilet en welke omkleedruimte ze gebruiken, heeft dat tot incidenten geleid.
Studenten van de Abraham Lincoln High School in Council Bluffs (Iowa) protesteerden in april toen een jongen die zich meisje voelt met toestemming van de schoolleiding gebruik maakte van een toilet en omkleedruimte die bedoeld is voor meisjes. „Hij is een jongen”, stelden de protesterende leerlingen. Hun eis: „We willen privacy.” Een van hen, Brandi Scherlund, zei: „Het is heel eenvoudig. Je gaat naar het toilet dat past bij de manier waarop je lichaam is gebouwd om je behoefte kwijt te raken.” De schoolleiding bleef ondanks de bezwaren van veruit het grootste deel van de leerlingen bij haar standpunt.
Zij die bezwaar hebben tegen de Obamaregel, krijgen vaak nul op het rekest. In de staat Oregon, een van de meest progressieve van de VS, stapte een groep ouders, verenigd in ”Parents for privacy”, zomer vorig jaar naar de rechter omdat zij er bezwaar tegen hadden dat hun kinderen zich moesten omkleden in aanwezigheid van medeleerlingen met een andere biologische identiteit. Rechter Marco Hernandez, ooit benoemd door president Obama, verwierp hun bezwaar. Zijn conclusie: „Als je hier niet mee kunt omgaan, haal je je kinderen maar van school.”
Tussenweg
Scholen die denken een tussenweg te vinden door naast de toiletten en douches voor jongens en voor meisjes een zogenoemd genderneutrale voorziening in te richten, kunnen door de rechter worden teruggefloten. Het bestuur van een groep openbare scholen in de staat Maryland koos voor dit compromis. De rechter vond dit niet passend, omdat een kind dat gedwongen wordt een toilet of douche te gebruiken die niet echt aansluit bij zijn genderidentiteit „schade oploopt aan zijn gezondheid, psyche en welbevinden.”
Kaeley Triller Haver, voorvechtster van het recht op privacy kan zich er nog over opwinden. „Hoe kunnen we onze dochters leren om ”nee” te zeggen tegen jongens als ze niet eens de gelegenheid krijgen om zelf te bepalen wie hen kan zien als ze naakt staan te douchen? Al die strijders voor genderemancipatie houden geen rekening met de verwoestende effecten die deze moderne maatregelen op de langere termijn hebben op de moraal.”
In een publiek debat met schoolbestuurders stelde een directeur dat in de staat Virginia „duizenden leerlingen” zich „bevrijd” voelen nu ze zelf mogen kiezen welk toilet ze gebruiken. De schoolbestuurders betreuren dat deze jongeren in het verleden geleden hebben onder „stigma en trauma.” Met de nieuwe richtlijnen zou er recht gedaan worden aan hun identiteit.
Haver: „Bespottelijk. Ik ben totaal niet onder de indruk. Ineens zijn er in een staat met enkele miljoenen inwoners duizenden leerlingen zijn die transgender zijn. Dat geloof ik gewoon niet. Ik ontken niet dat er jongens zijn die zich meisje voelen, of omgekeerd. En ik weet dat die jongeren het moeilijk kunnen hebben. Maar dat er zoveel scholieren zich nu bevrijd voelen? Dat getal is ongelooflijk opgeklopt. Ja, en die bevrijding? Ze zijn door het overheidsbeleid bevrijd om zich uit te leven in het kwaad. Jongens, die gewoon jongen zijn, kunnen onder het voorwendsel dat ze zich meisje voelen, eens gluren bij de meisjes.”
Geschorst
Inmiddels gaat de discussie niet alleen meer over het toiletgebruik. Een grote groep openbare scholen vindt ook dat leerkrachten een jongen die zich meisje voelt niet als ”hij” maar als ”zij” moet worden aangeduid. Van leerkrachten wordt verwacht daar rekening mee te houden. John Kluge uit Nashville (Indiana) is daarom zijn baan kwijt. Hij is niet de enige die het niet met zijn geweten kon overeenkomen gehoor te geven aan de missive van hun schoolleiding. Ook Peter Vlaming, leraar Frans aan de West Point High School in Virginia, maakte bezwaar. Hij werd december vorig jaar geschorst. De procedure loopt nog steeds.
Behalve deze maatregelen blijkt ook dat steeds meer scholen de gedachte van genderemancipatie verwerken in hun lesprogramma, soms zonder dat ouders worden geïnformeerd. Zelfs kleine kinderen kunnen er op jonge leeftijd mee worden geconfronteerd. Kleuters van een school in de staat Calfornia kwamen huilend thuis. „Mama, ik ben toch een meisje? Maar de juf zegt dat het ook kan dat een meisje een jongetje is”, zei een van hen. Wat bleek? De kleuterleidster had de kinderen voorgelezen uit een boek waarin een jongentje vertelde dat hij meisje wilde zijn.
Toen ouders bezwaar maakten, met het argument dat kleuters te jong zijn om geconfronteerd te worden met het idee van transgenderisme, zei John Michael, de advocaat van de school, dat dit pertinent onjuist was. „Kinderen worden zich doorgaans op drie-, vierjarige leeftijd ervan bewust dat ze jongetje of meisje zijn. Dus op die leeftijd moet je hun ook de mogelijkheid voorhouden dat ze transgender kunnen zijn.”
De Californische school is geen uitzondering. Veel openbare scholen in de VS kennen een jaarlijks event waarop speciaal aandacht wordt besteed aan de transgenderproblematiek. Vaak wordt dan gelezen uit het boek ”I am Jazz”, het verhaal van Jazz Jenning dat begint met de zin: „Ik heb de hersenen van een meisje en het lichaam van een jongen. Ik ben transgender. Ik ben zo geboren.” Hoofdsponsor van dit evenement is de National Education Assocciation (NEA), de grootste lerarenbond van de VS, en de homobeweging. Op veel scholen krijgen kinderen van ouders die bezwaren hebben doorgaans geen vrijstelling om deze bijzondere lessen te volgen. „Er is geen ontsnappingsmogelijkheid voor deze mensen. Juist deze kinderen moeten het verhaal horen”, zegt de NAE-woordvoerder.
Dreiging
Hoewel christelijke scholen die met paricluiere middelen worden bekostigd formeel niet verplicht zijn de richtlijnen van de overheid voor het transgenderbeleid te volgen, kunnen zij er wel mee te maken krijgen. Er zijn scholen die niet langer mogen deelnemen aan sporttoernooien, omdat zij het transgenderbeleid van de sportkoepel niet onderschrijven. In sommige staten is er de dreiging dat zij de overheidssubsidie voor speciale programma’s, zoals voor maaltijden voor kinderen uit arme gezinnen, mislopen. In enkele staten, zoals bijvoorbeeld in California en Oregon, zijn er politici die voorstellen de examens van deze ‘weigerscholen’ niet langer te erkennen.
„Het duurt even, maar de LGTB-lobby zal niet rusten voordat ze ook het christelijk onderwijs in Amerika op de knieën heeft”, zegt Albert Mohler.