Training Nederlandse leger van de baan
De voor november geplande jungletraining van Nederlandse militairen in Suriname gaat niet door. Hoewel tussen Nederland en Suriname eerder dit jaar overeenstemming was bereikt over de oefeningen, heeft het trage Surinaamse besluitvormingsproces roet in het eten gegooid.
Nederland had geëist dat de Surinaamse regering uiterlijk donderdag uitsluitsel moest geven of de militairen welkom zijn. Nu dit niet is gebeurd, is het niet meer mogelijk om in november, zoals was gepland, mariniers naar de voormalige kolonie te sturen.
De laatste jungletraining werd in november 2002 in het Surinaamse regenwoud gehouden. Dat was voor het eerst sinds medio jaren negentig, toen de relatie tussen politiek Den Haag en de Surinaamse regering onder leiding van president Jules Wijdenbosch een dieptepunt bereikte. Met de huidige regering-Venetiaan werd begin 2002 overeenstemming bereikt over hervatting van de gezamenlijke trainingen. Maar na november van dat jaar ontstond onenigheid, vooral over de invulling van de Surinaamse voorwaarden.
Zo tekenden de Surinamers bezwaar aan tegen het feit dat de deelnemende militairen permanent een wapen zouden dragen. Ook werd geëist dat de douane hun bagage mag controleren. Het Nederlandse ministerie van Defensie stemde hier uiteindelijk mee in. Ook kreeg Suriname de toezegging dat in ruil voor de gastvrijheid materiaal voor het Surinaamse leger zou worden geschonken.
Volgens de plaatsvervangend Nederlandse ambassadeur in Paramaribo, Harry Verweij, verliep donderdag om 14.00 uur, Nederlandse tijd, de deadline die Nederland aan Suriname had gesteld om een definitief besluit te nemen. Weliswaar hadden president Ronald Venetiaan en minister Ronald Assen (Defensie) reeds het groene licht gegeven, maar de verplichte goedkeuring van de Nationale Assemblee, het Surinaamse parlement, bleef uit. Volgens minister Assen heeft dat niets te maken met onwil, maar met het te trage besluitvormingsproces.
Eerder dit jaar werd al een jungletraining van militairen uit de Verenigde Staten in Suriname afgeblazen, omdat de Amerikanen niet wilden toegeven aan de Surinaamse voorwaarden omtrent het dragen van wapens en de controle van de bagage. Daardoor liep het Surinaamse leger een pakket materiaal en trainingen mis ter waarde van bijna 4 miljoen dollar.