Hoge boetes PwC en EY definitief van de baan
De hoge boetes die de Autoriteit Financiële Markten (AFM) eerder aan accountantsbureaus EY en PwC oplegde zijn definitief van de baan. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) bevestigt een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam dat niet is bewezen dat de firma’s hun zorgplicht verzaakten.
Toezichthouder AFM legde de boetes in maart 2016 op omdat de accountants tekortgeschoten zouden zijn in de controles van jaarrekeningen in het jaar 2012. EY moest 2,2 miljoen euro betalen en bij PwC ging het om 845.000 euro.
Maar volgens het CBb legt de AFM de wet verkeerd uit. Het beroepscollege stelt dat het een “misvatting” is dat het enkele feit dat een accountant bij de controle van jaarrekeningen ernstige fouten maakt, al betekent dat diens kantoor zijn zorgplicht schendt. Voor een schending van die zorgplicht zou juist moeten worden aangetoond dat er iets niet deugt aan de bedrijfsvoering van de accountantsbureaus als geheel.
De AFM ziet door de uitspraak problemen. De toezichthouder heeft naar eigen zeggen nu geen goede handhavingsmogelijkheden meer om accountantsbureaus juridisch aan te spreken op de kwaliteit van hun wettelijke controles. Dat maakt het lastig om bijvoorbeeld boetes op te leggen.
In de praktijk is het doorgaans moeilijk een direct en bewijsbaar verband te leggen tussen tekortkomingen in de controles en specifieke fouten in het kwaliteitsbeleid van accountantsbureaus als geheel, stelt de waakhond. De AFM dringt daarom bij het ministerie van Financiën aan om de wetgeving aan te passen.
Tegelijk met EY en PwC kregen in 2016 ook accountantsbureaus Deloitte en KPMG boetes opgelegd. Bij hen ging het om respectievelijk ruim 1,8 miljoen en 1,2 miljoen euro. Deloitte en KPMG gingen niet in beroep en hebben de boetes gewoon betaald.