Valkenier van het Muiderslot: ook de vogels werken voor de kost
Angelique van der Linden (39) werkt al 22 jaar als valkenier op het Muiderslot.
Door haar werk draagt ze bij aan „het levend houden van de geschiedenis.” Graaf Floris V, de bouwer van het slot, was namelijk een enthousiaste beoefenaar van de valkerij – een jachtsport die vroeger voorbehouden was aan de adel en de koningshuizen en dus hoog in aanzien stond.
Van der Linden vertelt vol passie over haar vak, dat ze kort samenvat als „jagen en vliegen met roofvogels.” Ze volgde er een driejarige opleiding voor. „Voor ik daaraan begon, wist ik er ook weinig van. Net zoals de mensen die ik op het Muiderslot tegenkom.”
Ze ontmoet regelmatig onbegrip bij het publiek, bijvoorbeeld omdat mensen tegen de jacht zijn of omdat ze het zielig vinden dat de roofvogels met een touwtje vastzitten.
„Ik leg dan uit dat we inspelen op de natuurlijke eigenschappen van het dier. In de vrije natuur vliegt een roofvogel maximaal twee uur per dag. Dat doet hij alleen als hij trek heeft. We spelen in op de natuurlijke luiigheid van het dier.”
Vanouds worden roofvogels ingezet bij de jacht. Van der Linden vertelt dat Nederland in de middeleeuwen „de grootste valkerij van Europa” had. Haar bedrijf, Flying Free, borduurt voort op die traditie. Ze fokt en traint roofvogels, die onder andere worden ingezet voor het verjagen van konijnen van begraafplaatsen en meeuwen van vuilnisstortplaatsen. „Ze moeten werken voor de kost.”
Van der Linden ziet haar taak op het Muiderslot vooral als educatief. „Het valt me op dat kinderen steeds verder van de natuur af komen te staan. Al verschilt het wel waar ze vandaan komen. Kinderen uit de stad hebben vaak nog nooit een roofvogel van dichtbij gezien. Die vinden dingen al snel zielig. Kinderen van buiten de Randstad begrijpen beter hoe het in de natuur werkt.”
Het is bij de vliegdemonstraties –op woensdag en zaterdag– niet de bedoeling dat de roofvogels zelf op jacht gaan. „Ik hoop dat ze de voorkeur geven aan het lekkere hapje dat ik voor ze in petto heb. Maar het gebeurt weleens dat ze in de vlucht een eendje pakken dat ze op het terrein zien”, vertelt Van der Linden. „Dat is lastig te voorkomen, maar het geeft vaak wel enige consternatie.”
Ze probeert haar publiek dan uit te leggen dat dat nu eenmaal de natuur is. „Maar bij kinderen onder de negen is dat moeilijk. Die vinden het vooral sneu voor het eendje.”