Vrees voor tekort aan vertalers
Als we niet oppassen, hebben we in de toekomst misschien amper vertalers. De vrees daarvoor doemt op uit VerTALEN voor de toekomst, een stuk van het Expertisecentrum Literair Vertalen (ELV), dat zaterdag verschijnt. De ELV is een samenwerkingsverband van de Taalunie, de universiteiten van Leuven en Utrecht, het Vlaams Fonds voor de Letteren en het Nederlands Letterenfonds.
“Het krimpend aantal talenstudenten vormt een acute bedreiging voor de rol die Nederland en Vlaanderen in internationaal verband ambiëren, op sociaal, cultureel, economisch en politiek terrein”, alarmeert een van de initiatiefnemers.
Steeds minder studenten kiezen voor talenopleidingen en er worden ook steeds minder talen bij de opleidingen aangeboden, constateren ze. En de afdelingen Nederlands aan universiteiten buiten het Nederlandse taalgebied zijn “inhoudelijk en financieel niet altijd voldoende toegerust om vertaalonderwijs op niveau aan te bieden”. Verder is de financiële positie van literair vertalers kwetsbaar.
De hele kwestie mag niet worden onderschat, vindt Hans Bennis, bestuursvoorzitter van het ELV en algemeen secretaris van de Taalunie. “Zonder goed opgeleide, talentvolle vertalers kunnen we geen kennisnemen van wat er in andere landen wordt gedacht en geschreven. Dat geldt voor zowel culturele als voor maatschappelijke en politieke uitingen. Niet alleen de samenwerking binnen Europa, maar ook de verdergaande globalisering vergroot de noodzaak om kennis te nemen van elkaars taal, cultuur en maatschappij.”
Het is volgens het ELV zaak om onder meer de instroom van taalstudenten te vergroten, een gezamenlijk Nederlands-Vlaams talenbeleid te formuleren en verder te investeren in de neerlandistiek, netwerken en nascholing. Ook moeten een betere positie en een passend honorarium voor literair vertalers worden verwezenlijkt.
VerTALEN voor de toekomst. Een nieuw vertaalpleidooi wordt op zaterdag gepresenteerd op de Vertaaldag in Utrecht.