Economische voorspoed remt kabinet juist af
De bloeiende economie is een zegen voor Nederlanders die daardoor een baan hebben kunnen vinden. Keerzijde is wel dat de overheid meer moeite heeft om voldoende personeel te vinden voor bijvoorbeeld het onderwijs en de politie. Ook blijkt het lastig aannemers te vinden om bijvoorbeeld nieuwe wegen aan te leggen, of voor reparaties waar in de crisisjaren geen geld voor was.
Dat zegt minister Wopke Hoekstra (Financiën) bij de presentatie van het financieel jaarverslag over 2018 van de rijksoverheid. Zowel de belastingopbrengsten als de uitgaven zijn vorig jaar flink gestegen, maar het kabinet is er niet in geslaagd alle investeringsplannen al ten uitvoer te brengen. "Dat komt omdat we ook als overheid te maken hebben met krapte’‘, aldus Hoekstra.
De Algemene Rekenkamer, die het beleid en de financiële handel en wandel van het kabinet tegen het licht heeft gehouden, wijst erop dat met name op het gebied van infrastructuur sprake is van veel achterstallig onderhoud. "Een terechte constatering’’, vindt Hoekstra. Het kabinet heeft onder meer op dat vlak dan ook nog werk aan de winkel, aldus de bewindsman.
Bij bouwbedrijven, die de projecten momenteel voor het uitkiezen hebben, zit de overheid evenwel niet altijd op de eerste rang. Ook op de arbeidsmarkt moet de overheid volgens de minister “zijn stinkende best doen” om personeel binnen te halen. Hoekstra wijst op de salarisverhogingen die onder meer basisschoolleraren en politiemensen de afgelopen tijd hebben gekregen.