Kerk & religie

Ds. H. Penning: Geleid door de aardse woestijn

In zijn leven is er steeds meer nadruk komen te liggen op Christus, zegt ds. H. Penning. „Hij is het middelpunt van mijn leven.” De hervormde emeritus predikant staat deze donderdag veertig jaar in het ambt.

Jan van Reenen
9 May 2019 19:42Gewijzigd op 16 November 2020 15:58
Ds. H. Penning staat deze donderdag veertig jaar in het ambt. Hij stond een groot deel van zijn loopbaan in de Alblasserwaard.  beeld RD, Anton Dommerholt
Ds. H. Penning staat deze donderdag veertig jaar in het ambt. Hij stond een groot deel van zijn loopbaan in de Alblasserwaard.  beeld RD, Anton Dommerholt

De Alblasserwaard is schitterend in het voorjaar: met zijn boerderijen en weilanden vol koeien, sloten met knotwilgen erlangs en bermen met bloeiend koolzaad en fluitenkruid. In deze waard heeft ds. Penning het grootste deel van zijn ambtelijke loopbaan gestaan.

Hij groeide op in Alblasserdam. „In de Alblasserwaard spreken de mensen over het algemeen opener over hun geloof dan elders”, zegt ds. Penning.

Dat zei hij niet toen hij jong was. Hij was helemaal niet van plan om predikant te worden. Integendeel. Als 16-jarige tekende hij in 1955 voor acht jaar bij de Koninklijke Marine. In 1962 werd hij uitgezonden naar het toenmalige Nederlands Nieuw-Guinea, waar Indonesië aanspraak op maakte.

De grote ommekeer in zijn leven kwam toen in die periode twee oudere broers van hem binnen een jaar overleden. „Een van hen had aanvankelijk niets met het geloof, totdat hij werd gegrepen door een radiokerkdienst. Hij is ruim en getuigend heengegaan. Toen ik uit Nieuw-Guinea thuiskwam, werd mijn moeder iedere keer als ze daarover vertelde, ontroerd. Ik wilde het eerst niet horen, maar raakte er later toch van onder de indruk en kwam ook tot geloof. Toen ik 29 jaar was, deed ik belijdenis in de hervormde kerk in Alblasserdam, in een confessionele wijkgemeente.”

Penning, die in Alblasserdam administratief werk was gaan doen, haalde in zijn avonduren het hbs-diploma. Daarna kreeg hij het verlangen om predikant te worden. Intussen schoof hij wat ligging betreft op naar de Gereformeerde Bond, zegt hij. „Dat heeft goede contacten met confessionele predikanten nooit in de weg gestaan. Ik heb hun altijd een warm hart toegedragen.”

Toen hij in zijn eerste gemeente, Montfoort, stond, preekte hij naar eigen zeggen eerst een meer voorwaardelijk Evangelie. Een gemeentelid wees hem op de geschriften van Kohlbrugge en de puriteinen, zoals Hugo Binning en de Erskines. Daardoor veranderde zijn prediking. „Dat was voor veel kerkgangers niet gemakkelijk.”

Ds. Penning tobde met een beroep dat hij kreeg uit Nieuw-Lekkerland. „Mijn hart ging naar die gemeente uit, maar ik wist niet wat ik doen moest. Op de dag dat ik moest beslissen, las ik de geschiedenis van Petrus te Joppe. Petrus kreeg de woorden: „Daarom, sta op, en ga af en reis met hen, niet twijfelende.” Toen wist ik dat ik mocht gaan. Al werd dat nog aangevochten.”

In Nieuw-Lekkerland had hij een bijzondere tijd, zegt hij. „Daar mocht ik steeds meer Christus in al Zijn heerlijkheid verkondigen. Mijn prediking kreeg een appellerend karakter en ik kreeg meer aandacht voor het werk van de Heilige Geest en de groei in het geloof. Daarnaast kreeg ik door literatuur van het Réveil uit de negentiende eeuw steeds meer oog voor Israël.”

Niet iedereen kon in het begin de prediking van Ds. Penning waarderen. „Aanvankelijk was er wat weerstand, maar die werd steeds minder. Er was zelfs sprake van een zekere opleving.”

De lijn van het onvoorwaardelijke aanbod van genade heeft hij de rest van zijn ambtelijke loopbaan vastgehouden, in Hedel, Streefkerk en Schoonrewoerd. „In Hedel hadden veel leden een zekere schroom om aan het avondmaal deel te nemen. Dat veranderde langzamerhand.”

In Streefkerk besloot een deel van de gemeente niet mee te gaan in de PKN. „Dat was een moeilijke tijd. Ik heb geprobeerd de rust te bewaren. Na mijn emeritaat heb ik de uiteengeslagen gemeente van Schoonrewoerd gediend.”

Ds. Penning vindt het belangrijk dat predikanten Christus preken. „Het is noodzakelijk om de verlorenheid van de mens te laten staan en erop te wijzen dat een mens een zondaar is. Maar het is ook nodig om te wijzen op Christus als de Verzoener van de zonden en aan te dringen op het geloof in Hem. Wie Hem aanneemt, heeft Hem. Een van mijn lievelingsliederen is ”Eens was ik een vreemd’ling voor God en mijn hart”. Ik mag weten van het vluchten tot Jezus en de redding door Hem. En ik weet ook dat Hij mij zal geleiden door de aardse woestijn, naar het erfgoed daarboven.”

Ds. H. Penning

Hugo Penning werd op 11 mei 1939 in Alblasserdam geboren. Hij studeerde theologie in Utrecht en werd in 1979 hervormd predikant te Montfoort. Daarna stond hij in Nieuw-Lekkerland (1984), Hedel (1992) en Streefkerk (1997). In 2005 ging hij met emeritaat. Daarna diende hij de hervormde gemeente van Schoonrewoerd en deed hij pastoraal werk in Hardinxveld-Giessendam. In verband met zijn gezondheid stopte hij vorig jaar met het preken. Het echtpaar Penning woont in Langerak. Het heeft zes kinderen, vijftien kleinkinderen en een achterkleinkind.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer