Ontmoetingsdag Bewaar het Pand: Oog vreemdeling gericht op vaderland
Het volk van Israël werd geroepen om vreemdeling te zijn in deze wereld, aldus ds. A. J. T. Ruis. „Tot in hun kleding toe werden ze als vreemdeling ingekleurd.”
De christelijke gereformeerde predikant uit Rotterdam-Kralingen was zaterdag in Werkendam een van de sprekers op de ontmoetingsdag van de stichting Bewaar het Pand. De dag stond in het teken van vreemdelingschap. Er waren zo’n 400 bezoekers aanwezig.
Ds. Ruis sprak naar aanleiding van Numeri 15 over ”Het kleed van de vreemdeling”. Op alle terreinen van het leven moest het volk van Israël aan de Heere onderworpen zijn, stelde de predikant, ook in hun kleding. Aan de vier hoeken van hun opperkleed moesten ze kwastjes maken en op die kwastjes een hemelsblauwe draad zetten. Die draad was volgens ds. Ruis gericht op de God van de hemel. Ziende op die draad moesten ze aan al de geboden van de Heere gedenken en die doen. „Waar een zondaar Zijn kleed mag aanraken, daar begint het vreemdelingschap op deze wereld”, aldus ds. Ruis.
Perspectief
Over ”De pelgrimsreis van de vreemdeling” sprak ds. J. M. J. Kieviet, christelijk gereformeerd emeritus predikant te Renswoude. Petrus schrijft vanuit Rome zijn eerste brief aan de vreemdelingen in de verstrooiing. „Net als de Franse Hugenoot Marie Durand die 38 jaar lang gevangen zat om haar geloof en op de wand van haar cel kraste: ”résister” (weersta, houd vol), is het alsof Petrus dat ook de vreemdelingen in de verstrooiing toeroept”, aldus ds. Kieviet.
Die vreemdelingen waren het voorwerp van haat en bedreiging, stelde de predikant. Ze dienden de keizer niet maar hun Heere. Ze zijn bedroefd door verzoeking, worden beproefd om hun geloof maar mogen ook verheugd zijn om het perspectief dat hen wacht. „De praktijk van het leven roept ook ons op tot vreemdelingschap”, aldus ds. Kieviet.
Kompas
Het kompas van de vreemdeling wijst volgens ds. W. L. van der Staaij, christelijk gereformeerd predikant te Scheveningen, de dichter aan in Psalm 119. Deze dichter zingt dat hij een vreemdeling is op de aarde en vraagt of God Zijn geboden niet voor hem wil verbergen. „Dat verlangen is geen klacht maar een belijdenis en een pleitgrond waarmee hij een beroep doet op Gods eigen woord. Dat Woord is voor hem de reisgids en het kompas op zijn weg door het leven”, aldus de predikant uit Scheveningen. Dat kompas kan hij niet uitschakelen. Het is ook niet te beïnvloeden. Het geeft de goede richting aan en gaat niet eerder uit dan: ”bestemming is bereikt”.
„Met dat kompas kom je ook niet beschaamd uit”, zei ds. Van der Staaij. „Het werkt ook verbindend. „Wat is het een verbindend kompas tussen vreemdelingen onderling. Van welke leeftijd ook, uit welk land of cultuur ook, man of vrouw, jongen of meisje, ze verstaan het wat de Emmaüsgangers onderweg zeiden: „Was ons hart niet brandende in ons, als Hij ons de Schriften opende?””
Vaderland
Ds. A. van der Zwan, christelijk gereformeerd predikant te Dordrecht-Centrum, sprak als laatste over ”Het vaderland van de vreemdeling”, naar aanleiding van Hebreeën 11:10: „Want hij verwachtte de stad, die fundamenten heeft, welker Kunstenaar en Bouwmeester God is.”
„Het volk was met de stichting van de staat Israël eindelijk thuis in haar vaderland”, aldus ds. Van der Zwan. „Er is ook een volk dat als een geestelijk Israël als vreemdeling leeft op weg naar het hemels vaderland, de stad van God op de nieuwe aarde.”
De stad van God is volgens de Dordtse predikant niet te breken. De stad van de mensen vergaat. Openbaring spreekt over de fundamenten van het nieuwe Jeruzalem. „Onder het fundament van de stad waarin de vreemdeling verkeert, ligt een fundament als van geen enkele andere stad”, zei ds. Van der Zwan. „En wat het geloof van de vreemdeling te verwachten heeft, is niets anders dan het werk van God.” Een pelgrim heeft volgens hem één oog gericht op het vaderland dat boven is en is bereid om op Gods tijd de wereld te verlaten.