Holten herdenkt omgekomen bevrijders: „Zij waren jong...”
„Zij waren jong, zoals wij jong zijn.” Een ijle kinderstem klinkt tussen de graven op de Holterberg. Zij waren jong; de 1394 mannen van wie de naam op de Canadese Oorlogsbegraafplaats uit steen gehouwen is. „Ze gaven het uiterste offer.”
Er liggen 1355 Canadezen begraven, 36 Britten, 2 Australiërs en 1 Belg. Op de oude begraafplaats in Holten kregen 13 Britten een graf, ver van huis. Ook zij werden zaterdagmorgen herdacht in de bossen bij Holten. Het is 4 mei, en Nederland is al 74 jaar vrij. Maar die vrijheid kostte veel.
Droevig klinken doedelzakklanken tussen de bomen. Vaandels staan in het gelid. Veteranen zitten op de voorste rij, schoolkinderen naast hen. Ze herdenken. En denken over vandaag, want de vrijheid is in gevaar, zegt voorzitter M. Fraser van de Stichting Viering Nationale Feest- en Gedenkdagen. „Blijf vechten voor gerechtigheid. Denk na voordat je iets zegt over een ander.”
Leerdams verzet
Veel overlevenden zijn ook oorlogsslachtoffer, weet oud-stichtingsvoorzitter R. Aangeenbrug. De ouders van zijn vrouw hadden het elk jaar moeilijk als de vierde mei weer aanbrak: hun dochter was een van de 150 dodelijke slachtoffers toen Britse bommen in oktober 1944 in Hengelo niet alleen het station raakten dat het doelwit was.
Aangeenbrugs eigen ouders verhuisden terug naar Leerdam en vatten het contact met vaders oude verzetsvrienden weer op. Verhalen kwamen los; werden op schrift gezet. Aangeenbrug leest vaders verhaal voor, over een nachtelijke overval op een boerderij om voorraden voor onderduikers te bemachtigen. Er waren geen Duitsers in de buurt die de blaffende hond en het ongeplande pistoolschot hoorden.
Eén van de verhalen zoals er dezer dagen zoveel worden verteld, in woord en geschrift. De Tweede Wereldoorlog blijft Nederland intens bezighouden. Met een boodschap voor vandaag, zegt Aangeenbrug: „Durf je goede keuzes te maken?” De vrijheid wordt bedreigd. Door oplaaiend antisemitisme. Door pesten op school. Door het uitschelden van mensen met een donkere huidskleur. „Do the right thing.”
De vrede was weg
”Als de vrede weg is”, speelt de Holtense Muziekvereniging. De vrede wás weg, vijf jaar lang. In het Engels, Frans –tweede taal in Canada– en Nederlands klinkt de ode aan de gevallenen: „Zij zullen niet oud worden zoals wij die zijn achtergebleven… Hun leeftijden zullen hen niet moede maken… Bij zonsondergang en in de morgen zullen we hen gedenken.”
Dat gebeurt als de trompetter de Last Post doet klinken, als stilte over de begraafplaats daalt. Als de Nederlandse en Canadese vlaggen in top gaan terwijl reveille wordt geblazen. Als doedelzaken het leed uitklagen – ”The Lament.”
Holtense schoolkinderen leggen elk jaar de eerste krans voor het natuurstenen Kruis van Opoffering. De Canadese ambassadeur volgt, de burgemeester en zijn vrouw, groepjes militairen. Ter gedachtenis. Die 1394 mannen vochten hier niet voor hun eigen belang, zegt burgemeester A. C. Hofland. De bevrijding kostte hun wel het leven.
„De vrede werd ons in 1940 afgenomen.” Ze kwam in 1945 terug. „Dit nooit meer”, was de gedachte. „Maar daarvoor moeten we wel actief zijn. In onze gemeenschap zie ik dat we veel samendoen, maar dat we ook vragen en zorgen hebben.”
Ook de burgemeester verwijst naar de omgang met buitenlanders. Antwoorden op vragen daarover zijn niet gemakkelijk. „Ik zie een enkeling die het wél weet: Oprotten; niet bij mij in de buurt.”
In de oorlog was zwijgen en wegkijken geen optie, dat is het nu ook niet, vindt de burgemeester. Hij citeert Holocaustoverlevende Elie Wiesel: „Het tegenovergestelde van liefde is niet haat, maar onverschilligheid.”
Herdenkingen hebben dan ook een boodschap voor nieuwe generaties. En de Holtense kinderen zwermen uit over de begraafplaats, een bloem in de hand, om die te leggen bij het graf van een buitenlandse soldaat die zijn leven verloor bij de bevrijding van ons land.