Zoutendijk: Opheffen VBOK maakt einde aan onduidelijkheid
Een professionele en tegelijk unieke hulpinstelling. Dat moet hét profiel zijn van Siriz, vindt bestuurder Ronald Zoutendijk en met hem het VBOK-bestuur. Vrijdag stelden ze voor de VBOK op te heffen. In september nemen de leden een besluit.
Je hebt Siriz en je hebt de VBOK. Insiders kennen het verschil, maar, zo zegt Zoutendijk, het naast elkaar bestaan van beide organisaties veroorzaakt ook veel verwarring. Én wantrouwen. Toen VWS-staatssecretaris Blokhuis vorig week na veel gesteggel besloot dat Siriz in aanmerking blijft komen voor overheidsbekostiging reageerden GroenLinks, PvdA en SP in de Tweede Kamer als door een adder gebeten. Wat?
„Sommige partijen kúnnen zich niet voorstellen dat wij onafhankelijke en professionele hulp bieden”, blikt Zoutendijk terug. „Zij zien ons als een instelling die de positie waarin onbedoeld zwangere vrouwen verkeren misbruikt voor het eigen ideële doel.”
Het initiatief voor de oprichting van stichting Siriz dateert van 2010. De Vereniging ter Bescherming van het Ongeboren Kind (1971) bleef als moederorganisatie gericht op de klassieke kerntaken: fondsenwerving en maatschappelijke beïnvloeding. Siriz ging zich toeleggen op het uitvoerende werk: preventie, ondersteuning en zorg. Inmiddels verkent het VBOK-bestuur een vervolgstap: opheffing. Siriz gaat door en tenzij de VBOK-leden uitdrukkelijk aangeven dit niet te willen, veranderen zij van VBOK-lid in Siriz-donateur. Of er voldoende draagvlak is voor het voorstel en hoe het laten opgaan van de VBOK in Siriz juridisch vorm gaat krijgen, blijkt pas op 26 september. Op die datum heeft het bestuur een besluitvormende ledenvergadering gepland, die een vervolg is op een bijeenkomst op 21 mei waarin de plannen worden toegelicht.
Komt dit voorstel, negen jaar na de vorige aanpassing, niet wat abrupt?
Zoutendijk: „Het is eerder een sluitstuk van een al jarenlang lopende discussie binnen het VBOK-bestuur. De vraag die als een rode draad door het hele afwegingsproces heenloopt, is: Wat maakt ons uniek? Wat ons betreft, is dat ons hulpaanbod. Daarin zoeken wij nadrukkelijk de balans tussen twee waarden: de beschermwaardigheid van het ongeboren menselijk leven en de keuzevrijheid van de vrouw. Concreet: Waar het bij andere organisaties al snel richting abortus gaat, verkennen wij in onze keuzehulpgesprekken ook andere opties. Bijvoorbeeld het afstand doen ter adoptie of het bevallen onder geheimhouding. Wij beschouwen de noodsituatie waarin de vrouw verkeert niet als voldongen feit. Onze maatschappelijk werkers kunnen verandering in de toestand brengen. Door, om maar wat te noemen, problemen aan te pakken op het terrein van relaties, financiën, huisvesting en noem maar op. Bij complexere hulpvragen bieden we intensieve, ambulante begeleiding en voor de zwaarste categorie is er een opvangmogelijkheid in een leef-/leerhuis, een begeleide woonvorm of een opvanggezin.
Nadat we uit bezuinigingsoverwegingen al een begin hadden gemaakt met het in elkaar schuiven van beide organisaties kwam daar het afgelopen najaar nog die enorme mediahype overheen. Potentiële cliënten die googelen op onze naam vinden op internet over ons de meest absurde beschuldigingen. Voor ons en voor onze doelgroep is dat funest. Uiteindelijk hebben we gezegd: doorgaan op de ingeslagen weg zou betekenen dat ons bestaansrecht, zowel maatschappelijk als politiek, voortdurend ter discussie gesteld blijft worden. We moeten duidelijkheid geven. Vandaar deze stap.”
Een deel van de achterban zag het oprichten van Siriz in 2010 als een bewuste poging van de VBOK om los te komen van de christelijke identiteit. Bent u niet bang dat deze stap zal stuiten op een vergelijkbaar onbegrip?
„Dat onterechte beeld is in 2010 inderdaad helaas ontstaan. Wat deze stap betref, ik hoop dat iedereen inziet dat die niets betekent voor onze waarden. Daar doen we niets aan af, integendeel. We brengen onze christelijke levensbeschouwing nadrukkelijk naar voren. Al meteen op de homepage van onze website worden onze waarden en levensbeschouwing genoemd. We willen en blijven ons onderscheiden van andere instellingen met een keuzehulpaanbod. Daar komt nog bij dat de vaste instellingssubsidie van 1,5 miljoen euro die Siriz jarenlang jaarlijks ontving van het ministerie van VWS sinds dit jaar is afgeschaft. In de nieuwe financiering blijft daar naar verwachting nog hooguit een half miljoen van over, dus de ruim 1 miljoen euro aan jaarlijkse giften vanuit de achterban is nu harder nodig dan ooit.”
Afgaande op diezelfde site krijgt een vrouw die na jullie keuzehulp voor abortus kiest bij Siriz niet meer te horen: Daar werken wij op geen enkele manier aan mee.
„De VBOK van 2019 is niet meer de VBOK van de jaren zeventig, dat is waar. Toen was de lijn inderdaad nog: als iemand kiest voor abortus trekken we ons terug. Maar dat is al zo’n jaar of tien niet meer onze benadering, al is dat mogelijk niet bij iedereen bekend.
De uiteindelijke keuze van de vrouw omtrent haar zwangerschap is uitdrukkelijk niet onze verantwoordelijkheid, maar die van haar. Kiest ze voor abortus, dan proberen we haar in algemene bewoordingen voor te lichten over wat haar bij een kliniek staat te wachten. Sommigen van hen belanden na de ingreep opnieuw bij ons in een hulpverleningstraject, dan voor de post-abortusverwerking. Met onze werkwijze bereiken we een doelgroep die zonder ons waarschijnlijk geen enkele vorm van begeleiding had gekregen en voor wie we het door onze psychosociale en praktische ondersteuning mogelijk maken ervoor te kiezen de zwangerschap te voldragen.”
Is het omlaag krijgen van het aantal abortussen een kerntaak waarvoor Siriz zich, ook na het verdwijnen van de VBOK, ziet geplaatst?
„Nu dreigen er twee dingen door elkaar heen te lopen: onze organisatievorm en het doel van ons hulpaanbod. Dat laatste staat wat ons betreft op geen enkele manier ter discussie. Onze werkwijze verandert niet. Hetzelfde geldt voor onze visie op de beschermwaardigheid van het menselijk leven, ook het ongeboren leven. Wij willen alleen af van de onduidelijkheid over de relatie tussen Siriz en de VBOK. Onze missie blijft gewoon het omzien naar de onbedoeld zwangere vrouw in nood. Wij willen om haar heen gaan staan en kijken: valt er iets te doen aan de situatie? Dat een vrouw daardoor afziet van een abortus; ja, dat zou een effect van onze interventie kunnen zijn.
Ik besef, met die opstelling zullen we als Siriz altijd uniek én altijd kwetsbaar zijn. Zowel naar het activistische deel van de achterban, als naar de critici buiten de christelijke kring. Ik heb niet de illusie dat we door het voorstel dat nu ter tafel ligt in een rustiger vaarwater komen. Abortus is en blijft een heikele kwestie. Het gaat immers om leven en dood.”