Kerk & religie

Droefheid

Micha 6:8b

John Owen
2 May 2019 08:17Gewijzigd op 16 November 2020 15:55

„En wat eist de HEERE van u, dan recht te doen en weldadigheid lief te hebben, en ootmoediglijk te wandelen met uw God?”

Als onze gemoederen zorgeloos en achteloos zijn over de zonden van anderen is dat een groot blijk van gebrek aan oprechtheid in de verfoeiing van de zonden die wij belijden. Ik weet, er zijn veel voorwendsels tegen, zoals dat ze niet naar ons willen horen en wij daarom geen belang in hen hebben. Dat ze snode vijanden van God zijn. En dat hoe goddelozer ze zijn, des te meer zal hun verwoesting verhaast worden. Door zulke voorwendsels verleiden de mensen zichzelf tot een verwaarlozing van deze plicht. Ja, tot het doen van een tergende zonde, zoals het nalaten daarvan.Voor zulken die God in waarheid vrezen en enig deel nemen in Zijn glorie of in de eer van Christus, is het een stof van droefenis dat de gehele wereld , voor zover wij die kennen, vervuld is met allerlei vervloekte en tergende zonden. Het ligt onder een vloed van ongerechtigheden, zoals de oude wereld onder een vloed van water. Hier en daar ziet men alleen een ark die daarboven wordt opgehouden. Atheïsme, verwerping van de heilige schriften, ongeloof van evangelische verborgenheden, verachting van de godsdienst die men belijdt, onder alle soorten van christenen een verlies van het openbaar geloof en vertrouwen. Daarnaast een praktijk van onreine lusten, eerzucht, hoogmoed, gierigheid. In velen die de uitwendige gedaante van een kerk hebben, zijn dingen waarmee de gehele wereld als het ware overdekt is

John Owen, predikant te Fordham (”Gods gewone handelingen met zondige landen en kerken”, 1916)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer