Meer jongeren krijgen jeugdzorg
Steeds meer jongeren in Nederland krijgen jeugdzorg. In 2018 ging het om bijna één op de tien jongeren, ofwel 428.000 in totaal. Dat betekent een stijging van 8000 vergeleken met een jaar eerder, blijkt uit cijfers van statistiekbureau CBS.
In 2015, het jaar dat de verantwoordelijkheid van de jeugdzorg bij gemeenten terechtkwam, ging het om 380.000 jongeren. De toename in de afgelopen jaren komt vermoedelijk doordat wijk- en buurtteams van gemeenten meer jongeren hielpen.
Kinderen uit bijstandsgezinnen en families met schuldproblemen krijgen relatief vaak jeugdzorg. Dat geldt ook voor jongeren uit allochtone gezinnen.
Jeugdzorg is een verzamelnaam voor jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Het wordt gegeven aan jongeren met psychische of gedragsproblemen en kan door de rechter worden opgelegd.
In 2018 maakten ruim 20.000 jongeren gebruik van jeugdhulp dat werd ingekocht met een persoonsgebonden budget (pgb). Van hen ontvingen 14.000 daarnaast ook jeugdhulp in natura. Daarvan is sprake wanneer de gemeente de zorg direct aan de zorgverlener vergoedt.
Vooral jongeren uit gemeenten in Limburg en het noordoosten van ons land krijgen vaak jeugdzorg: meer dan 12,5 procent. De CBS-cijfers hebben betrekking op jongeren tot 23 jaar.
Reclassering
In 2018 kregen 40.000 jongeren onder de 18 jeugdbescherming. Zo’n 9000 jongeren tussen de 12 en 23 jaar kregen jeugdreclassering. In de meeste gemeenten gaat het hierbij om slechts enkele jongeren. Vooral in de regio’s rond de vier grote steden worden relatief veel jongeren door de jeugdreclassering begeleid.
Het CBS heeft geen zicht op de mogelijke oorzaken van deze verschillen in jeugdzorggebruik. Sociale, economische en politieke omstandigheden kunnen hieraan ten grondslag liggen.