„Vergoed behandeling tegen roken”
Rokers moeten behandeling van hun verslaving in een afkickkliniek vergoed krijgen. Die oproep doet Jeroen Hinneman, manager van een Friese verslavingszorgkliniek, maandag.
Help me, want anders rook ik me dood. Met die noodkreet meldde zich vorig jaar een vrouw bij verslavingszorgkliniek Bolsterburen in Heerenveen. „Ze was ten einde raad. Vergeefs had ze met pilletjes en pleisters geprobeerd om te stoppen”, zegt manager Jeroen Hinneman van die instelling. „De vrouw had allerlei kwalen, zoals longemfyseem, hartfalen en aderproblemen. Haar huisarts waarschuwde dat ze op zeer korte termijn zou overlijden als ze zou blijven roken.”
Bijval
Toch wees de kliniek de vrouw de deur. Reden: behandeling van rookverslaving in een kliniek zit niet in het basispakket en wordt dus niet vergoed. De Friese instelling, die jaarlijks zo’n 500 cliënten behandelt, moet elk jaar enkele tientallen rokers om die reden nee verkopen. Dat gaat Hinneman aan het hart. Daarom dringt hij er in een brief aan de Tweede Kamer op aan behandeling van rookverslaving wel te laten vergoeden. Hij krijgt maandag bijval van onder meer Zorgverzekeraars Nederland en de Vereniging voor Verslavingsgeneeskunde Nederland, meldde de NOS.
Hinneman: „Klinische behandeling van alcohol- en drugsverslaving wordt wel vergoed, die van rookverslaving niet. Terwijl jaarlijks door roken minimaal 20.000 mensen overlijden. Dus ongeveer elk halfuur valt er een slachtoffer. Als gevolg van bijvoorbeeld longkanker of hartkwalen.”
Waarom wordt klinische behandeling van roken niet vergoed?
„De samenleving ziet roken als een slechte gewoonte en helaas niet als een maatschappelijk probleem. Bij alcoholverslaving denken we aan iemand die met een flesje bier op straat rondloopt. Bij drugsverslaving aan een persoon die ergens in een hoekje een naald in zijn arm steekt. Zaken die voor overlast zorgen. Maar van een rokende twintiger hebben we geen last. Die redenering klopt echter niet. Roken is een sluipmoordenaar. Wie in zijn tienerjaren verslaafd raakt, krijgt vaak rond zijn vijftigste of zestigste grote problemen.”
Misschien zeggen niet-rokers: Moeten wij opdraaien voor de ongezonde leefstijl van rokers?
„Die redenering is niet juist. De meeste rokers raakten verslaafd rond hun veertiende. Een leeftijd waarop je niet al de gevolgen van je acties overziet. Dus in zekere zin is roken geen vrije keuze. Rookverslaving zit diep verworteld in iemands lijf.”
Verstokte rokers zijn nauwelijks te helpen?
„Van die groep gaat zeker 90 procent na een stoppoging binnen een jaar weer roken. Wij hopen met een gerichte behandeling dat percentage op 60 te krijgen. Zo’n 95 procent van onze cliënten heeft náást hun alcohol- en drugsprobleem ook een tabaksverslaving. Denk aan de sigaret bij het biertje in de kroeg.”
Is geld steken in preventie niet beter?
„Kies voor twee sporen. Maatregelen van bijvoorbeeld staatssecretaris Blokhuis van Volksgezondheid om roken onder jongeren te ontmoedigen, juich ik uiteraard toe. Ik zou er blij mee zijn als de prijs van een pakje sigaretten wordt verhoogd naar 10 euro en als tabak uit de winkels verdwijnt. Supermarkten moeten daar zelf ook hun verantwoordelijkheid in nemen. Mijn pleidooi om klinische behandeling te vergoeden richt zich op mensen die al jaren verslaafd zijn.”