Opmerkelijke doorstart scheepswerf Buijs
De klap van de sluiting van scheepswerf Van der Giessen De Noord kwam ook bij de buren hard aan. „Wekenlang liepen we te vegen, te boenen en te verven. Zonder uitzicht op een echte order. Toen die kwam, hebben we dat ervaren als een geschenk van Boven”, aldus Cees Buijs van scheepswerf Gebr. Buijs uit Krimpen aan den IJssel. Een van de oudste scheepswerven van Nederland maakt een opmerkelijke doorstart.
De hal van Gebr. Buijs staat nog op dezelfde plek waar in 1859 de eerste van vijf generaties zijn stappen op weg naar de zelfstandigheid zette. Cees Buijs, die nu samen met twee neven de driekoppige directie van het bedrijf vormt, weet hoe dat begon. Hij wijst naar de plek waar nu een meer dan 50 meter lange scheepshal staat. „Jij bent handig met hout, zei een van de bazen van Van der Giessen-de Noord tegen mijn betovergrootvader. Ga maar op dat stukkie grond voor ons sloepen maken.”
Aanvankelijk bouwde de ’eerste’ Buijs gehoorzaam sloepen, bestemd voor de grote schepen die bij Van der Giessen-de Noord van de helling gleden, later kocht hij het stukje grond en begon voor zichzelf. In de loop der jaren groeide het bedrijfje uit tot een volwaardige scheepswerf. Scheepswerf Buijs, door de vader en oom van Cees omgezet in Gebr. Buijs, legde zich vele jaren lang toe op de bouw van binnenvaartschepen en coasters. Meer dan zestig nieuwe schepen werden er in totaal afgeleverd. Toen daar de klad in kwam, vielen de werknemers van Buijs (weer) sterker terug op van de grote buurman afkomstige werkzaamheden. Bovendien wist de familie de nodige opdrachten van verschillende grote werven in het noorden in de wacht te slepen. Stuurhuizen, accommodatiesecties en vooral bulbstevens (een grote peervormige stalen bal onder aan het voorschip). In dat laatste segment bouwden de gebroeders een grote reputatie op als gevolg van de aanwezige kennis en het vakmanschap binnen het bedrijf. „Onvervalst vakwerk”, glimlacht Cees Buijs. „Ik denk dat er bij Van der Giessen-de Noord geen schip is gebouwd of wij leverden wel de bulbsteven. We waren hofleverancier van dat bedrijf.”
Toch ging de achteruitgang in de scheepsbouw ook de werf aan het haventje van Krimpen aan den IJssel in de Stormpolder niet onopgemerkt voorbij. Het aantal werknemers liep van een top van 25 langzaam terug tot 12. De grote klap kwam vorig jaar, toen IHC Caland aankondigde de poorten bij Van der Giessen-de Noord te sluiten.
Buijs kan nu nog niet goed beschrijven wat er door hem, zijn medefirmanten en de rest van het personeel heenging. „We hebben er slapeloze nachten van gehad, want er is geen nieuwbouw in de binnenvaart meer, de belangrijke buurman stopt en verder gaat het in de sector slecht of gaat men failliet, kijk maar naar de sanering bij de werven in het noorden van het land. Overschakelen naar onderhoud konden we niet, doordat we geen helling hebben. Daarin zijn we ook niet gespecialiseerd. Dan is het knap ellendig als een werf van meer dan 140 jaar vijf generaties meegaat en juist in jouw dagen failliet gaat.”
Toch geloofde hij, ondanks de neerslachtigheid die de anderen overviel, niet dat dit het einde was van Gebr. Buijs. „Er is veel gebed geweest voor het behoud van onze werkgelegenheid. Niet alleen door ons, maar ook door het personeel. De Heere liet Zich niet onbetuigd”, aldus Cees Buijs, die zelf tot de Hervormde Kerk behoort.
Op 19 december tekenden de drie eigenaren een contract bij jachtenbouwer Moonen uit Den Bosch. Hoewel zij alleen „voor een gesprek waren uitgenodigd” kwamen ze met de opdracht voor de bouw van een 30 meter lang casco thuis. Dat schip, gebouwd in opdracht van een Italiaanse miljonair, is recent -keurig in folie verpakt- voor afbouw naar ’s Hertogenbosch vervoerd. De samenwerking beviel zo goed, dat Moonen in mei de Krimpense werf opnieuw verraste met de opdracht voor een stalen casco van een miljoenenjacht, ditmaal voor een Nederlandse zakenman. Vijf meter langer en nog breder dan het vorige jacht.
Het betekent, samen met de bouw van een zogenaamde sectie voor IHC Caland, werk tot maart 2005. „Zelfs ten tijde van het onderaannemerschap voor Van de Giessen-de Noord hadden we nooit zo’n lange periode achtereen werk,” zegt Buijs. Om welke bedragen het gaat, wil hij niet kwijt. Vaststaat dat er straks, in afgebouwde toestand, sprake is van een jacht van minstens 25 miljoen euro.
Hij ziet in de orders de hand des Heeren en is daarom ook bescheiden over de toekomst. „We breiden onze contacten in deze kringen natuurlijk uit. Maar dat is geen garantie voor nieuwe opdrachten. Hoe donker het ook is in de scheepsbouw, we voeren uit wat onze hand vindt om te doen. Dat betekent in ieder geval ons inzetten om zo goed mogelijk werk te leveren. ”