Kippensector stelt staat aansprakelijk in fipronilzaak
Drukte maandagmorgen in de Haagse rechtbank. Boerenorganisatie LTO Nederland en 124 pluimveehouders stellen de Nederlandse staat aansprakelijk voor de schade die zij hebben geleden door de fipronilcrisis. Centrale vraag: heeft toezichthouder NVWA steken laten vallen?
Fipronil, wat was daar ook al weer mee?
In de zomer van 2017 ontdekt de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) dat in Nederlandse legkippenstallen door servicebedrijf ChickFriend uit Barneveld het insecticide fipronil is gebruikt in de strijd tegen vogelmijt (”bloedluis”). Dat mag niet: het middel, bekend uit vlooienbanden van honden en katten, is niet toegelaten in de pluimveehouderij. Als blijkt dat er ook (heel weinig) fipronil in eieren van de kippen zit, blokkeert de toezichthouder de bedrijven van de betrokken boeren. In totaal gaan tijdens de fipronil-crisis 808 stallen van 363 bedrijven op slot.
Landelijk nieuws wordt de kwestie op 31 juli, als de NVWA een officiële publiekswaarschuwing afgeeft: pas op met eieren, want van sommige eieren (de codes staan op de NVWA-website) zou je weleens ziek kunnen worden. Althans, als je er veel van opeet. De tweede man van de organisatie, Freek van Zoeren, raadt een dag later zelfs aan om voorlopig maar helemaal geen eieren te consumeren. Wat de sector vreest, is gedurende korte tijd een feit: een kopersstaking. Supermarkten halen „uit voorzorg” alle eieren uit de winkel. Ook de belangrijke export krijgt een tik.
Hoeveel schade hebben kippenboeren geleden?
In enkele maanden tijd worden honderden miljoenen eieren vernietigd en 3,5 miljoen kippen geruimd. De directe schade bedraagt volgens een tussentijdse raming in 2017 zeker 65 tot 75 miljoen euro, waarvan zo’n 40 miljoen euro voor de kippenboeren. De indirecte schade (bijvoorbeeld door lagere eierprijzen voor de boeren als gevolg van imagoschade) is vermoedelijk veel hoger. Het schoonmaken van de kippenschuren is ook een enorm karwei. Zelfs nu, bijna twee jaar later, is een handjevol stallen nog niet vrijgegeven.
Waar draait de rechtszaak precies om?
De NVWA kreeg al in november 2016 diverse signalen dat bij de bestrijding van bloedluis fipronil zou worden gebruikt. Het enige wat de toezichthouder deed was het starten van een strafrechtelijk onderzoek door de eigen Inlichtingen- en Opsporingsdienst. De pluimveehouders vinden dat de NVWA de activiteiten van ChickFriend meteen had moeten stilleggen. Ook had de sector ingelicht moeten worden. In 2017 behandelde ChickFriend nog 180 kippenboerderijen met fipronil tegen bloedluis. Wat ook kwaad bloed heeft gezet bij de boeren is het advies aan consumenten om voorlopig maar geen eieren meer te eten.
Wanneer weten pluimveehouders of ze schade vergoed krijgen?
Dat is onduidelijk. Advocaat Roeland de Mol van de boeren heeft in vakblad Boerderij gezegd dat het wel 2020 kan worden voordat er een definitieve uitspraak ligt.
„Wij zijn voor de bus gegooid”
Waar het volgens de pluimveehouders in de zaak om draait, is het onrechtmatig handelen van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) tijdens de fipronilcrisis. Die heeft de schade onnodig groot gemaakt, aldus boerenorganisatie LTO. „De NVWA wist van fipronil en van de fraude door ChickFriend. De pluimveehouders niet. De NVWA wist dat zij in actie moest komen, maar deed niets.” Ook wordt de NVWA verweten dat consumenten in een televisieinterview werd aangeraden enkele dagen helemaal geen eieren meer te eten. Daarmee werd de sector „voor de bus gegooid.”
De hele pluimveesector heeft daar nog altijd last van, aldus LTO. Ook ondernemers die geen zaken deden met ChickFriend zouden nadelige gevolgen van de uitlatingen van de NVWA ondervinden, onder meer doordat de export naar Duitsland inzakte.
Het betoog van de NVWA richtte zich maandagmorgen allereerst op de verantwoordelijkheid van de pluimveehouders. „Hebben zij gecontroleerd met welk bedrijf zij in zee gingen en welke middelen precies werden gebruikt? Het antwoord luidt ontkennend.”
Voor LTO en de pluimveehouders gaat de zaak allereerst om een „verklaring voor recht dat onrechtmatig gehandeld is.” Op basis daarvan volgt daarna een debat over schadevergoeding.