Weidevogels buffet voor roofdieren
Melkveehouders Marcel Strijtveen en Bertwin Elshof leggen met groot succes weidevogels zoals grutto, kievit en tureluur in de watten. Echter, Reinaerd de vos en z’n broeders in het kwaad zijn er als de kippen bij en dreigen alle inspanningen de nek om te draaien.
De beide boeren vertegenwoordigen een achttal agrariërs in de Lierder- en Molenbroekpolder bij Zwolle. De inwoners van Lierderholthuis luiden de noodklok. Zes jaar geleden wisten ze de neuzen van de veehouders in de oudste polder van Nederland dezelfde richting uit te krijgen. Met hulp van de plaatselijke weidevogelbescherming beheert het boerenpact nu zo’n 120 hectare weidevogelgebied.
In de hele polder van 1200 hectare worden bovendien nesten beschermd. Na de broedtijd mag er gewoon gemaaid worden. Het gebied wordt, naast de nodige biotoopverbetering, bewust ‘nat’ gehouden om ervoor te zorgen dat met name de grutto z’n snavel in de grond kan steken om voedsel te zoeken. Waar de grutto goed gedijt, volgt de rest vanzelf.
Dat blijkt. In zes jaar tijd is de weidevogelstand ter plaatse ruim verdubbeld: van 240 dieren, naar 600 stuks nu. De Lierder- en Molenbroekpolder is een van de drie afgebakende plekken in het land waar op grote schaal boeren grond ter beschikking stellen om met tal van maatregelen het weidevogels naar de zin te maken.
Zowel landelijke als regionale overheden stellen daarvoor miljoenen euro’s beschikbaar. In Overijssel is dat bijvoorbeeld in totaal 4,8 miljoen tot 2021. En het werkt. Alle reden om het glas te heffen.
Niet dus. Strijtveen en Elshof zijn ronduit somber over de toekomst als er niet snel maatregelen genomen worden. Afgelopen jaar is namelijk 70 procent van de nesten leeggevreten door roofzuchtig gedierte. „De vos is hier een groot probleem, maar ook steenmarter en das vormen inmiddels een enorme bedreiging voor de vogels. Die laatste twee mogen niet bejaagd worden en op 2 kilometer afstand bevindt zich een natuurgebied waar jagers ook geen vossen mogen schieten.” De vos heeft een actieradius van 5 kilometer, dus is het vogeltjesland een welgevuld buffet voor Reintje.
Lekkerbekken
Daar komt bij dat wilde kat, ooievaar, reiger, havik en kraai gerust een kuikentje meepikken, en ook de aantallen van die lekkerbekken nemen landelijk fors toe. De beide boeren waarschuwen echter vooral voor de immigratiegolf van steenmarters en dassen vanuit Duitsland. „Ze trekken steeds verder naar het westen. Nu hebben wij er vooral last van, maar de weidevogelgebieden in de rest van Nederland komen straks ook aan de beurt. Er moet snel wat veranderen, want anders is iedere cent subsidie gewoon weggegooid geld.”
Maar is de achteruitgang van weidevogels niet vooral de schuld van de landbouw door intensief gebruik, bemesting en (te) vroeg maaien? Dat is althans wat sommige natuur- en milieugroeperingen beweren. „Dit jaar ligt de mest al op het land voordat het eerste kievietsei is gelegd. Er wordt gemaaid in overleg met de weidevogelvereniging. In onze polder houden boeren echt rekening met de weidevogels. Niet maaien geeft te lang gras, waar gruttokuikens niks mee kunnen. Het is juist zaak een mozaïek van graslengtes te creëren.
We hebben vorig jaar bij het grootste deel van de nesten webcams geplaatst met een bewegingsmelder, met duizenden bruikbare foto’s als resultaat. Bij 70 procent van de lege nesten bleek een roofdier of roofvogel de oorzaak te zijn. Kortom, weidevogelbeheer heeft geen enkele zin als je rovers niet mag bejagen. Pure geldverspilling.”
Diervriendelijk
Dat predatie een serieus probleem is, bevestigt Marc Scheurkogel van Vogelbescherming Nederland. Hij kan zich de frustratie van de Lierder boeren ook wel voorstellen. Toch is zijn organisatie niet voor het bejagen van de predatoren. „We zoeken liever naar een zo diervriendelijk mogelijke oplossing, zoals vangkooien, het afrasteren van de gebieden of het steriliseren van verwilderde katten. Predatie op zich is natuurlijk en acceptabel, maar het kan inderdaad voorkomen dat alle preventieve maatregelen al genomen zijn. In het uiterste geval zou je dan een vos mogen schieten.”
Het werkelijk probleem van de achteruitgang van weidevogels is volgens de Vogelbescherming de intensieve landbouw en ook het maaien tijdens het broedseizoen. „Nesten komen dan op een kaal veld te liggen en zijn een makkelijke prooi voor roofdieren en -vogels. Overigens moeten we boeren niet daarvan alleen de schuld geven. De consument is niet bereid om meer te betalen voor landbouwproducten, waardoor een agrariër goedkoper moet produceren en zijn akkers dus intensiever bewerkt.”
Kort bestek
Sinds 1990 is het aantal weidevogels met 40 procent afgenomen. In alle provincies is er geld beschikbaar om de condities voor hen te verbeteren. Koploper is Friesland met 8,7 miljoen euro. Een derde van alle grutto’s broedt hier. Dit jaar is er landelijk 50 miljoen euro beschikbaar voor agrarisch natuurbeheer. Dat is voornamelijk Europees geld.
Grootste predatoren van weidevogels zijn vos, steenmarter, das, (wilde) kat, havik, reiger, ooievaar en kraai.
Rasters onder stroom houden vooral de vos tegen
Redactie natuur
In het Friese weidevogelgebied de Zwagermieden, 4 kilometer onder Dokkum, plaatste Staatsbosbeheer dit jaar voor het derde jaar op rij predatorenwerende stroomrasters. De hekwerken moeten ervoor zorgen dat roofdieren niet bij de weidevogels kunnen komen die daar broeden en jongen krijgen. De hekken bevatten een schrikdraad waar zo’n 6000 volt op staat.
De rasters zijn in vorige jaren vooral succesvol gebleken in het weren van de vos. In totaal gaat het in de Zwagermieden om een oppervlakte van ongeveer 18 hectare met in totaal een rasterlengte van ongeveer 2,3 kilometer.
Verder mogen jagers kraaien en vossen (met behulp van lichtbakken) afschieten.
De tactiek wordt ook toegepast in de weidegebied de Twijzelermieden in de buurt van Buitenpost. De Friese collega-natuurorganisaties It Fryske Gea en Natuurmonumenten gebruiken de rasters ook.
Hermelijn
Helemaal predatievrij zijn de afgerasterde gebieden niet. De vossen laten zich misschien weerhouden, maar de kleinere hermelijn en steenmarter glippen onder het draad door. Toch herhalen de Friese natuurorganisaties hun actie vanwege het succes.
De hekken worden aan het einde van het broedseizoen verwijderd.