Voorwaardelijke boete geëist na dood patiënt
Het Openbaar Ministerie heeft dinsdag bij de rechtbank in Den Bosch een voorwaardelijke boete van 25.000 euro geëist tegen de GGZ Eindhoven (GGzE). Volgens het OM werden dusdanige fouten gemaakt dat het aan de instelling te wijten is dat in 2013 een 29-jarige cliënte overleed. De aanklager eiste een voorwaardelijke boete omdat de GGzE geen winstoogmerk heeft. Hij stelde daarnaast vast dat de feiten al van lang geleden zijn.
De vrouw kreeg een antipsychoticum waarvoor ze overgevoelig was. Daardoor kreeg ze een hartspierontsteking en overleed. „Het was een zeldzame, maar bekende bijwerking, die niet werd onderkend door de GGzE”, zei de aanklager.
De zorg voor de vrouw werd overgelaten aan een arts in opleiding, omdat de psychiater vakantie had. Door personeelsgebrek was er geen andere direct leidinggevende. De organisatie pikte signalen van een te hoge werkdruk niet goed op, stelt het OM. Er zou bovendien te weinig en onduidelijk zijn gecommuniceerd en niet gewerkt zijn volgens de richtlijnen, mede door de hoge werkdruk.
Bestuursvoorzitter Joep Verbugt van GGzE erkende wel dat er fouten zijn gemaakt, maar van „medisch onzorgvuldig” handelen, was volgens hem geen sprake. Het overlijden van de vrouw was wel aanleiding om het personeel bij te scholen over het betreffende medicijn (clozapine).
De zaak is in 2015 al voor de tuchtrechter geweest. Die gaf de behandelaars een waarschuwing.
Het proces tegen de GGzE komt op een bijzonder moment. Vorige maand stelde de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd nog dat een gebrek aan personeel in de ggz levens in gevaar brengt. Donderdag komen de advocaten van GGzE aan het woord.