Belgische stad benoemt wethouder eenzaamheid
Hij heeft een hekel aan de benaming buddy. „Iedereen is elkaars maatje. Dat hoef je niet te benoemen. Anderen spreken en helpen moet normaal zijn.” Pascal Monette (50) uit het Belgische Sint-Truiden staat in zijn vrije tijd op de markt. Sinds 1 januari is hij schepen (wethouder) voor eenzaamheid. De eerste in Europa.

Ad Ermstrang
De omgeving ademt historie. Het gemeentelijk zorgbedrijf van Sint-Truiden, ongeveer 30 kilometer ten westen van Maastricht, is ondergebracht in een van de oudste panden van de stad. Er lopen enkele bouwvakkers rond, want er wordt nog steeds gerestaureerd.
De twee mobieltjes en de vaste telefoon op zijn bureau rinkelen tijdens het gesprek regelmatig. Pascal Monette, in de wandelgangen meestal als Pascy aangeduid, mompelt tegen zijn bezoeker een excuus, neemt op, noteert, verwijst door of geeft een antwoord. Het past bij de schepen –Belgisch voor wethouder– die eindverantwoordelijk is voor de zorg in de 40.000 zielen tellende gemeenschap. Hij laat niemand wachten of in de kou staan.
Naast een map met stukken ligt een aantal brieven. Tussen het stapeltje bevinden zich epistels van een vrouw die haar man verloor en van een vader die zich zijn kind van 6 jaar oud zag ontvallen. Allemaal mensen die momenten van eenzaamheid kennen, weet Monette. „Net als de vele ouderen in appartementen en zorgcomplexen. En niet te vergeten jongeren die hun isolement proberen te doorbreken door overmatig drankgebruik of door drugs.”
Ook tijdens spreekuren weten de mensen hem te vinden. De zorgwethouder is met hen begaan en gedreven om een steentje bij te dragen aan de oplossing van hun problemen. „Voor eenzaamheid staat geen leeftijd. Het zijn niet alleen ouderen die daarmee kampen. Ook heeft het niets met rijkdom of armoede te maken.”
Marktkraam
Maar weinig bestuurders zijn zo bekend binnen de gemeente Sint-Truiden als hij. Als wethouder is hij behalve voorzitter van het zorgbedrijf Sint-Truiden ook voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst, waarin zijn bevoegdheid van ”schepen van eenzaamheid” is ondergebracht. Het is een fulltimebaan. Maar in zijn vrije tijd, op woensdagmiddag en in de weekends, is hij te vinden in zijn eigen marktkraam met groente en fruit op de markt.
„Ik had een groothandel in groente en fruit, maar heb die verkocht toen ik werd benoemd als schepen. Een plekje op de markt heb ik teruggekocht. In die hoedanigheid ontmoet ik veel mensen. Als ik door de stad loop, ken ik er vijf op de tien. Je hoort en ziet daardoor heel veel.”
Hij kan die contacten niet missen. „Ik wil graag tussen de mensen blijven staan en voeling met hen houden.”
Sinds 1 januari heeft hij de mogelijkheid om zich binnen zijn zorgportefeuille bezig te houden met de eenzaamheidsproblematiek. Op die datum trad hij opnieuw aan als schepen in de Belgische gemeente. De achterliggende acht jaren was Monette al actief als bestuurder voor de Open Vlaamse Liberalen en Democraten (Open VLD).
Postbodes
Het idee om eenzaamheid apart te benoemen ontstond een jaar eerder, toen het gemeentebestuur in gesprek wilde gaan met de postbodes in de stad en de omliggende dorpen. Met de vraag om signalen uit de samenleving door te geven. „Zoals dat vroeger heel gewoon was. Toen gingen de postbezorgers bij de mensen op de koffie of dronken er zelfs een borrel. Dat kan in de huidige maatschappij helaas niet meer.” Het inzetten van de postbezorgers bleek financieel niet haalbaar. „Er was geen budget voor.”
Eenzaamheid is in de moderne maatschappij een groeiend probleem, meent de schepen. Hij schat dat zeker een op de vier Vlamingen er soms last van heeft. „Dat zijn natuurlijk momentopnames. Het zonlicht speelt daarbij een belangrijke rol. Gedurende de donkere maanden is de eenzaamheid veel groter dan in het voorjaar en de zomer, als mensen elkaar buiten ontmoeten.”
De snelle veranderingen in de maatschappij vormen volgens hem een belangrijke oorzaak. „Jonge mensen zijn heel druk met hun werk. Internet en grote warenhuizen hebben de functie van de buurtwinkels overgenomen. Mensen ontmoeten elkaar niet meer, met alle gevolgen van dien. Het leven is veel oppervlakkiger dan voorheen.”
Ook jongeren
Het idee van de postbodes heeft hem niet losgelaten. De schepen zoekt ambassadeurs, die anderen aansporen met elkaar contact te leggen en zaken melden bij de gemeentelijke zorgcoördinator. „Hij zal dan actie ondernemen.” Er zijn verschillende mogelijkheden. „Bij 300 senioren in Sint-Truiden worden warme maaltijden bezorgd. Ook die bezorgers zijn voor ons een barometer van de samenleving. Net als bakkers die nog op een enkele plaats langs de deur gaan. Buurtwerkers kunnen voor ons eveneens een aanspreekpunt zijn. Zij komen in aanraking met eenzame jongeren.”
Met de wethouder voor economie overlegt hij om te komen tot een inloopruimte. „Geen café, geen bibliotheek, maar een plaats waar mensen tot rust kunnen komen. Een beetje het idee van het bedevaartsoord waar je vroeger naartoe ging om een kaarsje te branden voor zieke familieleden. Er is best een plek te vinden. Er staan genoeg winkelpanden in de stad leeg.”
Sint-Truiden trekt in de zomer veel toeristen. „Veel vakantiewoningen staan zes tot negen maanden leeg. Daar zouden we iets mee kunnen doen; ze in samenwerking met de dienst toerisme bijvoorbeeld gebruiken als ontmoetingsruimte voor de buurt. Als het kan onder verantwoordelijkheid van de omgeving zelf. Of je zou de panden gedurende de donkere maanden tegen een democratische prijs kunnen aanbieden aan mensen van buitenaf die zich eenzaam voelen en er even tussenuit willen.”
Maak een praatje
Het werk door vrijwilligers ziet Monette niet altijd als een oplossing. „Er zijn er nog genoeg in de stad, maar een flink deel van hen is betrokken bij verenigingen en sportclubs. Tijdens een jaarlijks feest kwamen er recent ongeveer 800 opdagen. Er zijn ook in de zorg echter nog tal van vrijwilligers werkzaam, maar die groep vergrijst in een hoog tempo.”
Veel geld hoeft het niet te kosten. „Als schepen ben ik altijd zuinig omgesprongen met geld van de belastingbetaler. Dat probeer ik de komende jaren vol te houden.” Maar dat wil niet zeggen dat er niets kan gebeuren. „Iedereen kan bijdragen aan een beter klimaat in zijn of haar omgeving. Ga na wie er naast, boven of onder je woont en maak een praatje. Let op elkaar. Als wij vroeger met de familie naar de mis gingen en er ontbrak iemand, dan vroeg je je direct af wat er aan de hand was.”
Hij beseft dat eenzaamheid persoonsgebonden kan zijn. „Ik sprak een mevrouw in een verzorgingstehuis. Ze had twee zoons. De een was ziek, de ander met vakantie. Ze voelde zich zo alleen. Ik was de eerste in vier dagen met wie ze een gesprek had, zo gaf ze aan. Maar ze woont wel tussen 150 andere mensen. Eenzaamheid is dan heel persoonlijk, omdat je de mensen die je wilt spreken op dat moment niet om je heen hebt. Mensen kunnen heel erg op één ander mens zijn gefixeerd. Dat zie je vaak bij sterfgevallen. Een echte sleutel om het vraagstuk op te lossen, is er niet. Er bestaat evenmin medicatie voor. Maar je kunt het wel in kaart brengen. Het begint met het bespreekbaar maken. Als je dat niet durft, blijft het een taboe, net als bij bepaalde ziektes of aandoeningen. Als iemand openlijk zegt zich eenzaam te voelen, geeft dat al direct een ander gevoel. Het zijn soms kleine dingen die het verschil maken.”