Van Breda naar Bagdad
Hij verruilt Breda voor het gevaarlijke Bagdad. Generaal-majoor Carel Hilderink is er zelf beduusd van. „Mijn bazen vinden mij blijkbaar geschikt.”
Afgelopen vrijdag stemde de NAVO in met de nieuwe Training Implementation Mission voor Irak. Het team bestaat uit ongeveer veertig militairen en zal in samenwerking met de Irakese interim-regering een plan van aanpak voor de training van Irakese veiligheidstroepen opstellen. Dit plan moet uiterlijk 15 september aan de NAVO worden aangeboden.
Op verzoek van de NAVO wordt de club geleid door generaal-majoor C. G. J. Hilderink (55). Hij is nu nog gouverneur van de Koninklijke Militaire Academie (KMA) in Breda, het opleidingsinstituut voor officieren van land- en luchtmacht.
Voor Hilderink kwam de benoeming als een volslagen verrassing. „Ik weet niet wanneer ik naar Irak vertrek.” Hij weet ook niet precies wat de missie inhoudt.
Is hierin de hand te zien van NAVO-baas Jaap de Hoop Scheffer? Amper acht maanden na zijn aantreden bezorgt de CDA’er de vaderlandse krijgsmacht een hoop werk. Op zijn verzoek stuurde minister Kamp Apache-gevechtshelikopters en straks 140 militairen naar Afghanistan.
De missie is van groot belang voor de NAVO. Tijdens topoverleg in Istanbul eind juni nam de NAVO de opleiding en training van de veiligheidsmacht op zich. Die bestaat uit 200.000 man politie, nationale garde en leger. Met name de Verenigde Staten hadden graag gezien dat de NAVO meer zou doen.
De missie van Hilderink is het eerste optreden van de NAVO in Irak. Meteen levensgevaarlijk. De Iraakse veiligheidstroepen zijn dagelijks doelwit van terreuraanslagen.
Hilderink, geboren in Venlo, begon zijn militaire loopbaan in 1966 als cadet aan de KMA. In 1975 en 1981 leidde hij de beveiligingssquadrons van de vliegbases Deelen en Volkel. Tijdens zijn loopbaan heeft hij onder meer bij de Verenigde Naties en bij de defensiestaf gewerkt.
Voordat generaal-majoor Hilderink in 2001 gouverneur van de KMA werd, was hij achtereenvolgens souschef integraal beleid en plannen en directeur personeel bij de Koninklijke Luchtmacht.
In november 2002 werd Hilderink gehoord door de parlementaire enquêtecommissie Srebrenica. Hij zat ten tijde van de val in de commandobunker onder het ministerie van Defensie in Den Haag.
Van daaruit is welgeteld één keer gebeld met Dutchbat-commandant Karremans. „Wij deden geen zaken met Dutchbat.” Een inschatting maken van de situatie was „op 2000 kilometer afstand moeilijk.” En opheldering over het uitblijven van luchtsteun? Hilderink: „Het ligt niet in de lijn dat ik contact op zou nemen met een viersterrengeneraal in het gebied.”
In Irak heeft Hilderink zélf de leiding.