Grafgraver ontkent moord plaatsgenoot
De 28-jarige R. D. uit Zoetermeer zegt niet medeschuldig te zijn aan de moord of doodslag op plaatsgenoot C. Nicolson in juli vorig jaar. D. gaf vrijdag voor de rechtbank in Den Haag wel toe dat hij probeerde het lichaam weg te moffelen in het Zoetermeerse Van Tuylpark.
Agenten troffen D. 10 juli ’s ochtends terloops aan op het pasgedolven graf van het slachtoffer. D. had twee spaden bij zich. In het achterhoofd zaten vijf kogels.
Een wapen is niet gevonden, maar op de trui van D. werden kruitresten aangetroffen. Ook zat er een haar van de verdachte op het tape waarmee het hoofd van het slachtoffer was omwikkeld. Daarnaast was D. in het bezit van een armband die van het slachtoffer zou zijn. De verdachte zegt echter dat het sieraad van hem was.
D. beweert dat hij het lichaam in opdracht van iemand anders heeft begraven. Hij zou hiervoor geld krijgen. De naam van de ’opdrachtgever’ wil D. niet noemen, uit angst voor represailles. Volgens getuigen gaat het om een afrekening.
Die verklaarden dat het slachtoffer Nicolson lid was van een bende. Hij zou enkele jaren geleden aanwezig zijn geweest bij de liquidatie van een medebendelid. De familie van dit bendelid zou D. hebben ingehuurd om Nicolson te vermoorden omdat hij niets zou hebben gedaan om de liquidatie te voorkomen.
De rechtbank heeft de zaak aangehouden tot 3 juni om de verdediging in staat te stellen getuigen te horen. De belangrijkste getuige, die belastende verklaringen tegen de verdachte heeft afgelegd, is op de vlucht geslagen. Hij zou zich nu in het buitenland bevinden.