Pulskorverbod: Het is gewoon heel krom wat er gebeurt
Als de clientèle van snackbar De Krab in Arnemuiden een dwarsdoorsnede is van de plaatselijke bevolking, is ongeveer de helft van de inwoners van de Zeeuwse vissersplaats bezig met de vraag of de pulskor moet worden verboden.
Woensdag werd hierover in Brussel op hoog niveau vergaderd. Twee klanten van de snackbar laten desgevraagd weten totaal niet met de kwestie bezig te zijn. „Pulskorvisserij? Ik weet er niets over”, zegt een vrouw die aan de bar een hapje aan het eten is. Een andere klant die net binnenstapt, zegt wel eens van de pulskor te hebben gehoord, maar zich er ook totaal niet in te hebben verdiept. „Maar ik ben dan ook niet van hier.”
De eigenaar van de snackbar en een kleine, wat oudere bebrilde Arnemuidenaar die even later de zaak betreedt, blijken zich flink in het onderwerp te hebben verdiept. „Het is gewoon heel triest wat er nu allemaal gebeurt”, verzucht de eigenaar, die samen met zijn vrouw de zaak runt. „Er komen veel jonge vissers in mijn zaak en als je de verhalen hoort, springen je de tranen in de ogen. Je moest eens weten hoeveel geld die jongens hebben geïnvesteerd om op de pulskorvisserij over te stappen. Straks blijkt dat allemaal voor niets te zijn geweest.”
Het zijn volgens hem dan ook vooral die jonge vissers die nu worden geraakt door het dreigende verbod. „En dat”, voegt hij er verontwaardigd aan toe, „terwijl een kotter met een pulskor veel minder brandstof verbruikt. Het is een manier van vissen die beter is voor het milieu. Hoeveel brandstof kost het wel niet om zo’n zware boomkor voort te slepen?”
De kleine man met bril kijkt hem aan en knikt terwijl hij kalm op zijn frietje wacht. „De Franse vissers zien dat de Nederlandse vissers met deze methode heel veel vis vangen”, vertelt de klant. „Ik denk dat ze dat gewoon niet kunnen verkroppen. Terwijl voor zover ik weet wetenschappelijk is bewezen dat vissen met de puls inderdaad veel minder schadelijk is dan vissen met de boomkor.”
De Arnemuidenaar nuanceert zijn opmerking wel als hij vaststelt dat er „te veel en te snel” vergunningen zijn afgegeven voor de pulskor. Daarom, schat hij in, zal de regering ook wel in de bres springen voor onze gedupeerde vissers. „Al was het alleen maar uit een soort schuldgevoel of empathie.”
De vrouw van de snackbareigenaar neemt intussen rustig de bestellingen op. Maar gevraagd naar haar mening over de kwestie, zegt ze opeens scherp en resoluut: „Het is gewoon krom, heel erg krom. Eerst worden er allemaal vergunningen en subsidies afgegeven en straks moet iedereen die opeens inleveren. Maar zo gaat dat met regeringen: veel beloven, maar uiteindelijk sta je met lege handen. En niet alleen de visser maar ook de burger is uiteindelijk de dupe. Want al die subsidies worden bekostigd met geld van de belastingbetaler.”
De oude klant vertelt dat vorig jaar een visser op de jaarmarkt nog met een bak water aan het publiek heeft gedemonstreerd wat de vissen voelen als ze een schokje krijgen van de pulskor. „Het is niet meer dan een speldenprikje, je voelt er bijna niks van”, weet hij, en prikt zijn vorkje in een dampend bakje friet.