Het slachtoffer is volgens de officier van justitie op „een gruwelijke wijze” om het leven gebracht in de nacht van 21 op 22 september 2017. Ze had zestien messteken in haar lichaam. Na de steekpartij in zijn auto heeft de verdachte haar naar de sloot gesleept en in het water achtergelaten, zo bleek uit sleepsporen, aldus de aanklager voor de rechtbank in Rotterdam.

Het OM gaat uit van moord, omdat De J. vooraf van plan zou zijn geweest om haar te doden. Hij wilde praten, haalde haar op, reed in de nacht naar een afgelegen plek en had een mes. Het slachtoffer stuurde die avond twaalf SOS-berichten aan haar halfbroer, waaruit blijkt dat zij bang was en naar huis wilde, zei de aanklager.

De J. heeft bekend dat hij haar heeft gedood, maar volgens hem gebeurde dat „in een waas”. Volgens hem had Graciëla hém bedreigd en als eerste met een mes gestoken. Naar eigen zeggen pakte hij het mes af en flipte toen. Maar volgens de aanklager is voor die lezing geen enkel ondersteunend bewijs gevonden.

De rechtszaak verliep soms tumultueus door heftige reacties bij de nabestaanden. Tijdens een eerste pro-formazitting vlogen zij de verdachten in de zaal aan. In emotionele slachtofferverklaringen gaven de ouders en halfbroer aan dat zij altijd al grote twijfels hadden bij de relatie met De J. Zij waren doodongerust.

De verdediging vindt niet dat J. handelde met voorbedachten rade en bepleitte een lagere celstraf.

Vonnis op 5 maart.