Molukkers vrezen nieuw offensief
De spanningen in de Molukse gemeenschap in Nederland lopen weer op door de vrees voor een nieuw offensief van de Laskar Jihad op de Molukken. De Nederlandse regering moet er bij de Indonesische autoriteiten op aandringen dat de moslimextremisten snel een halt wordt toegeroepen, vindt het Front voor Soevereiniteit (FKM).
Volgens de Molukse organisatie, met afdelingen in Nederland, Indonesië en de Verenigde Staten, volgen Nederlandse Molukkers met argusogen de ontwikkelingen in het moederland. Omdat sinds vorige week Jaffar Umar Thalib, de leider van de extremistische moslimorganisatie Laskar Jihad, in Ambon-stad verblijft, wordt gevreesd dat ook de situatie daar gaat escaleren.
Vorige week zijn op verschillende plaatsen christelijke dorpen aangevallen door leden van de Laskar Jihad. In Poso werd woensdag het dorp Malitu grotendeels in de as gelegd. Donderdag werd het christelijk dorp Waemulang in Zuid-Buru aangevallen. Volgens woordvoerder T. Tuankotta van het FKM vluchtten honderden bewoners de bossen in.
Hoewel volgens de Verenigde Staten de Laskar Jihad geld, manschappen en wapens van het terroristische netwerk al-Qaida van Osma bin Laden heeft gekregen, treden de Indonesische autoriteiten nauwelijks op tegen de moslimextremisten. „Dat staat in schril contrast met de manier waarop onze vertegenwoordiger op de Molukken wordt bejegend. Alex Manuputty wordt vervolgd omdat hij op 21 april de vlag van de Vrije Republiek der Zuid-Molukken (RMS) heeft gehesen. De leider van de Laskar Jihad, die zijn strijders vorige week nog aanzette tot geweld, mag ongestoord door heel Indonesië reizen. Dat is verbijsterend", stelt Tuankotta.