Met gaarkeuken Gods liefde doorgeven
Met het openen van een gaarkeuken in Rotterdam, in 2017, wilde het echtpaar Sies minderbedeelden een gratis en gezond maal voorzetten. Nog geen twee jaar later draaien er drie wijkrestaurants op hun concept.
Met een zwaai opent Sjaak het deksel van een enorme kookpot, in de keuken van verzorgingstehuis De Steenplaat (een vestiging van stichting Humanitas) in de Rotterdamse wijk Feijenoord. „Hier kun je aardappels of rijst in koken.” Ook de grote, in een aluminium kookeiland ingebouwde braadpannen, twee ovens, en de koel- en vriesruimtes maken duidelijk dat een serieuze groep mensen hier een warme maaltijd vandaan kan krijgen. „Tot 250 mensen”, meldt Clara. Tussen de 110 en de 150 Rotterdammers vullen er nu hun buik mee. Vier dagen per week.
Toegegeven, de naam Gaarkeuken roept vooral de associatie op met de Hongerwinter van 1944, met lange rijen wachtenden voor een kom waterige soep. Maar daar hebben Sjaak (76) en Clara (66) Sies bewust voor gekozen.
Sjaak: „Wij willen ermee aantonen dat het niet zo goed gaat in Nederland. Zeker wat Rotterdam betreft heb ik het idee dat de groep armoedelijders alleen maar groeit.” Hij constateert: „Het gaat niet zo goed in ons land als de overheid ons wil doen geloven.”
In de havenstad met ruim 600.000 inwoners leeft 15,3 procent van de huishoudens onder het sociaal minimum, het hoogste percentage van Nederland (cijfers 2017, CBS). Clara: „Alleenstaande moeders die thuis soms alleen hun kinderen te eten geven, en zichzelf niets. Of ze alleen broodmaaltijden voorzet. Of zelfs de gehele maaltijd overslaan.”
Ook het sociale aspect speelt een rol bij hun gaarkeuken. Sjaak: „Als je weinig geld te besteden hebt, raak je geïsoleerd. Je gaat niet naar verjaardagen, want die kosten cadeau- en reisgeld. Vervolgens komt er ook niemand bij jou op bezoek. Bij ons komen zulke gezinnen weer onder de mensen.”
Smakelijk
Clara: „Toen wij in 2002 de eerste voedselbank van Nederland opzetten, dachten de meeste mensen dat armoede niet meer voorkwam in ons land. Wij hebben met onze voedselbank armoede meer zichtbaar en bespreekbaar gemaakt.”
Maar het probleem is er nog steeds, vult Sjaak aan. „Momenteel zijn er zo’n 170 voedselbanken. De politiek heeft te weinig oog voor armoede.” Clara: „Er is nog zo veel te doen. De economie groeit wel, maar te veel mensen hebben nog met de nasleep van de crisis te maken.”
Tegenover de doelgroep gebruikt het stel overigens niet de term ”gaarkeuken” maar ”wijkrestaurant”. Viermaal per week kunnen eenzamen en minderbedeelden op drie locaties aanschuiven voor een gezond en smakelijk tweegangenmenu.
Ruwweg gaat het om alleenstaande bijstandsmoeders met kinderen, zzp’ers met te weinig inkomen en eenzame ouderen. Clara: „De senioren betalen per maaltijd 4,50 euro. Ze wonen bijvoorbeeld hier in het verzorgingstehuis, en kunnen kiezen tussen een diepvriesmaaltijd dat Humanitas ze op hun kamer brengt, of versgemaakt eten samen anderen in ons wijkrestaurant. Voor hetzelfde bedrag.”
Het geld dat deze mensen betalen, dekt vervolgens ook de kosten voor de gratis maaltijden van hun arme plaatsgenoten. De overige exploitatiekosten worden tot maart 2020 vergoed door drie fondsen, en aangevuld met donaties.
Sjaak: „In deze eetzaal eten gemiddeld 40 tot 45 mensen per keer. Verder hebben we nog een wijkrestaurant in Charlois, en sinds kort in Feijenoord nog een tweede locatie.” Eens per week levert de Gaarkeuken ook aan de Koningskerk. Sjaak: „Daar eten dan ongeveer twintig mensen.” Al het eten komt uit de keuken in het verzorgingstehuis.
Gods liefde
Met hun initiatief wil het echtpaar Sies „handen en voeten geven aan het Evangelie”, zoals Sjaak het formuleert. Clara: „We zijn er niet op uit om zieltjes te winnen. We willen helpen zonder voorwaarden. Jezus zegt: Ik ben hongerig geweest, en gij hebt Mij niet te eten gegeven.
De gesprekken over het geloof komen toch wel, als mensen vragen waarom we dit doen. Maar we zijn geen zendings- commissie. We willen Gods liefde doorgeven, in de hoop dat mensen veranderen. Maar dat zie je niet altijd.” Sjaak: „We zijn een soort voorportaal van de kerk, zendeling in eigen land.”