Verdachten paardenvleesrel voor de rechter
In Parijs begint maandag de rechtszaak tegen verdachten van een internationaal paardenvleesschandaal, onder wie twee Nederlandse handelaren. Ook twee voormalige managers van het Franse vleesverwerkingsbedrijf Spanghero verschijnen voor de rechter.
De zaak draait om de verkoop van paardenvlees als duurder rundvlees. Dat kwam in 2013 voor het eerst aan het licht in Ierland. Later bleek uit onderzoek dat paardenvlees was verwerkt in 4,5 miljoen kant-en-klaarmaaltijden. Die zouden zijn verkocht aan nietsvermoedende consumenten in meerdere Europese landen.
Onderzoekers zeggen dat Spanghero bewust paardenvlees inkocht en vervolgens rommelde met de verpakking. Het vlees zou oorspronkelijk afkomstig zijn geweest uit Roemeense slachthuizen. De advocaat van de voormalige Spanghero-directeur zegt tegen persbureau Reuters dat zijn cliënt niet wist dat hem paardenvlees was verkocht.
Dat wordt tegengesproken door één van de Nederlandse handelaren. De advocaat van deze Jan F. stelde dat de Spanghero-baas gewoon vlees van paarden had besteld. Dat zou vervolgens met winst zijn doorverkocht als rundvlees.
Ook in Nederland dienen binnenkort strafzaken in verband met vermeend gesjoemel met paardenvlees. Slachthuis Van Hattem uit Dodewaard en de directeur worden vervolgd voor hun rol bij een schandaal vijf jaar geleden. Ze worden formeel verdacht van valsheid in geschrifte. Volgens de beschuldigingen is paardenvlees verwerkt in producten die werden verkocht als rundvlees. De illegale winst die de directeur van het slachthuis daarmee maakte is becijferd op 2,5 ton.
Behalve het slachthuis en de 52-jarige directeur worden ook een vleeshandelaar uit Doesburg en een vrieshuis in Olst aangeklaagd. De strafzaak dient op 28 en 29 januari bij de rechtbank in Den Bosch.