„Amsterdam, stad waar alles kan. Willen we dat?”
Signalen van overlast op de Wallen in Amsterdam kloppen, ervoer ombudsman Arre Zuurmond aan den lijve. „Als ik ondernemers aansprak die hun vuilnis op straat dumpten, kreeg ik scheldwoorden naar mijn hoofd.”
„Een wetteloze stedelijke jungle.” Zo omschrijft Arre Zuurmond het centrum van Amsterdam met de Wallen als internationaal vermaarde trekpleister. De gemeentelijke ombudsman voor Amsterdam woonde vier maanden lang, vijf nachten per week –van eind juli tot begin december– in de rosse buurt. Zuurmond wilde onderzoeken of de signalen van overlast die hij kreeg ook daadwerkelijk kloppen.
Dat is het geval, staat in zijn eindrapport: de binnenstad van Amsterdam is een gebied met een overvloed aan toeristen, straatvuil, (drugs)overlast en rondzwervende dak- en thuislozen.
Waar verbleef u in de rosse buurt?
„In een leegstaand huisje aan de Sint Olofspoort, tussen de Zeedijk en de Warmoesstraat in, aan de rand van de Wallen. Het was een kale bedoening. Er stond een bed, een tafel met zes stoelen voor gesprekken en een luie stoel. Vanuit mijn onderkomen liep ik elke dag een of meerdere rondjes. Twintig bewoners van het gebied kregen mijn 06-nummer. Die mensen mochten altijd bellen als zich incidenten voordeden, ook ’s nachts. Dat is een paar keer gebeurd. Verder heb ik een aantal keren ’s nachts om drie en vier uur mijn wekker gezet om een tocht door het centrum te maken.”
Wat kwam u allemaal tegen?
„Er is sprake van overtoerisme. Vliegmaatschappijen bieden goedkope vluchten aan met bestemming Amsterdam. Er zijn gewiekste constructies bedacht. Internationale internetplatforms als Airbnb, waarover je geen enkele controle hebt, combineren deze vliegtickets met een bezoek aan een pub of een seksmuseum. Per jaar bezoeken achttien miljoen toeristen het centrum van Amsterdam. Volgens de prognoses zijn dat er in 2025 rond de vijfentwintig miljoen.
Te veel mensen exploiteren deze beperkte ruimte. Er is drugshandel. Talloze mensen komen naar onze stad voor de drugs. Tegelijkertijd zie ik veel vormen van overlast. Er zijn te veel taxi’s in Amsterdam, die soms tot diep in de nacht toeteren. Daar word je wakker van.
Tussen een en drie uur ’s nachts is het druk. Op de varende plezierboten in de grachten worden feesten gevierd met harde muziek. In het weekend lopen er dronken toeristen rond, vooral Engelsen. Deelnemers aan vrijgezellenfeesten bezoeken een peep- of seksshow, drinken veel en vertonen onaangepast gedrag: schreeuwen, in groepjes blijven hangen, hasj roken.
Tot slot verblijven er zo’n vijftig vaste dak- en thuislozen die elke opvang weigeren. Het zijn mensen met een stoornis, vaak onder invloed van alcohol. Daaromheen zit een wisselende groep van honderd tot tweehonderd thuislozen, vervuild en sommigen psychotisch, die mensen lastig vallen.”
Bent u weleens bang geweest?
„Jawel, op een gegeven moment stond een man in mijn woonkamer, behoorlijk in de war, met een fles wijn in zijn handen. Toen schrok ik wel even. Ik ging rustig met hem in gesprek en toen vertrok hij, gelukkig.
Als ik ondernemers aansprak die hun vuilniszakken op straat dumpen, wat niet mag, kreeg ik vaak lelijke woorden naar mijn hoofd geslingerd. Iemand riep of ik dood wilde. Ik ben niet bang uitgevallen, maar dit vond ik best een beetje eng. Een keer lieten jongens patatresten en colablikjes liggen op de bank waarop zij zaten, en ze gooiden de servetjes op de grond. Dat gebeurt vaak in het centrum. Toen ik ze daarop wees, werd ik meteen uitgescholden. Dit soort praktijken zie je vooral ’s nachts, als er minder sociale controle is en mensen te veel hebben gedronken.”
Is dit probleem wel op te lossen?
„Er is geen simpele oplossing. Je kunt de nodige maatregelen nemen. Ondernemers hebben de plicht een gebied van 25 meter om hun zaak netjes te houden. De gemeente zou hen daarop kunnen aanspreken, desnoods straffen. Verder kun je alcoholconsumptie in het openbaar verbieden, nachtelijke tochten van partyboten aan banden leggen en de stroom aan taxi’s indammen.”
Ben je er met deze maatregelen?
„Nee, want onder de problemen in onze stad zitten twee diepere lagen. Zo is er veel zwart en crimineel geld in omloop dat zich nestelt in vastgoed. Er worden onder andere horecabedrijven opgezet om vooral drugsgeld wit te wassen.
Maar de diepste vraag is: wat willen wij als stad zijn? Ons imago is: Amsterdam, de stad waar alles kan. Willen we dat in de toekomst? Als ombudsman geef ik geen antwoorden op deze vragen. Ik signaleer slechts. Het gaat mij erom een discussie aan te zwengelen.”
Uw rapport suggereert een leeftijdsgrens voor bezoekers van de rosse buurt. Waarom?
„Ik heb bezoekers gezien die om elf uur ’s avonds met jonge kinderen over de Wallen lopen. Dat vind ik gek. Hoewel het officieel niet mag, zijn er in toenemende mate exploitanten van sekswinkels die hun spulletjes buiten in rekken uitstallen. Die kinderen worden daarmee geconfronteerd. Een idee is een leeftijdsgrens in te voeren voor bezoek aan het gebied. Ik geef toe dat handhaving ingewikkeld is. Aan de andere kant: voor films en tv-programma’s hebben we ook leeftijdsindicaties ingevoerd. Waarom zou dat niet voor de Wallen kunnen?”
Zou je prostitutie niet moeten verbieden, of de klanten strafbaar stellen, zoals de ChristenUnie wil?
„Ik spreek liever over sekswerk, dat is een legaal beroep. Sekswerkers zijn gewone mensen die recht hebben op een veilige uitoefening van hun werk en bescherming. De overlast wordt vooral veroorzaakt door exploitanten. Daar mag je deze mensen niet de dupe van laten worden. Het toenemende toerisme in het centrum van Amsterdam is niet in hun voordeel.”
Uw rapport ligt er. Hoe nu verder?
„De burgemeester heeft inmiddels een aantal maatregelen genomen om overlast tegen te gaan. Na de zomer start een gesprek over de vraag wat voor stad Amsterdam in de toekomst wil zijn. Ik hoop dat de signalen die ik heb afgegeven, bijdragen aan een goed debat. Maar uiteindelijk moet de politiek keuzes maken.”