Genvrij voer maken blijkt zware klus
Het vrijwaren van diervoeders van genetisch gemodificeerde organismen (ggo’s) is slechts mogelijk tegen zeer hoge kosten. Dat constateren onderzoekers van de Wageningse universiteit in een rapport aan het ministerie van Landbouw.
De biologische sector wil graag dat diervoeders vrij blijven van de ggo’s. Binnen de huidige wetgeving mag het percentage ggo-bestanddelen dat onbedoeld in ggo-vrije diervoeders terecht komt niet meer zijn dan 0,9. De biologische sector streeft naar een percentage van 0.
De reguliere landbouwsector acht zo’n „nultolerantie” onhaalbaar. Hij lijkt nu gelijk te krijgen. Volgens de onderzoekers zit nu al in veel bestanddelen van diervoerder, vooral soja en maïs, veel ggo. In de toekomst gaat dit gelden voor meer gewassen. Bovendien leiden verbeterde methodes om ggo’s aan te tonen tot steeds meer ontdekkingen van ggo’s.
Vermenging is volgens het rapport zeer moeilijk te voorkomen. Geheel ggo-vrije productie zal alleen mogelijk worden met „kostbare ketensystemen die ggo- en ggo-vrije productie gescheiden kunnen houden.” Het rapport wijst het ministerie erop dat het een afweging zal moeten maken tussen de te verwachten opbrengsten van ggo-vrije ketens en de hoge kosten en vele inspanningen die eraan verbonden zijn.